Wiki:Pieter: verschil tussen versies

Uit Auditpedia
Ga naar:navigatie, zoeken
Regel 1: Regel 1:
 
{{#ask: [[Class::Article]]
 
{{#ask: [[Class::Article]]
 
|format=table
 
|format=table
 +
|limit=999
 
|?Portal
 
|?Portal
 
|?Title
 
|?Title
 +
|?Description
 
}}
 
}}

Versie van 12 apr 2022 10:52

 PortalTitleDescription
A.B. FrielinkGrondleggersA.B. Frielink
Accountancy VanmorgenVormgeving van het beroepAccountancy Vanmorgen
Accountant bij xyz (bijvoorbeeld defensie)Vormgeving van het beroepAccountant bij xyz (bijvoorbeeld defensie)
Accountant bij.. (bijv. defensie)Accountant bij.. (bijv. defensie)
Accountants in businessVormgeving van het beroepAccountants in business==Een accountant in business: heeft wel de titel, maar vervult primair geen “accountantsrol”==

Een accountant in business (AIB) is een accountant met een accountantstitel, zonder dat hij de accountantsrol vervult binnen de organisatie. Die bijvoorbeeld werkzaam is als CFO van een groot bedrijf of als financieel directeur. Een accountant in business is dus niet meer werkzaam als openbaar accountant, interne accountant of overheidsaccountant, maar kan wel haar kennis toepassen in de dagelijkse praktijk. Ervaring als accountant is dus ook een prima voorbereiding op een carrière in een andere functie. '"`UNIQ--ref-000000D8-QINU`"'

Een accountant in business moet zich wel houden aan de fundamentele beginselen

Ook al vervult de accountant in business niet primair de accountantsrol binnen de organisatie, zij moet zich wel houden aan de gedrags- en beroepsregels die bij de titel horen. Waaronder de fundamentele beginselen.'"`UNIQ--ref-000000D9-QINU`"' En dan kan het zomaar voorkomen dat ze intern ineens haar ‘accountantspet’ moet opzetten. Bijvoorbeeld bij het constateren van niet naleven van wet- en regelgeving

'"`UNIQ--references-000000DA-QINU`"'
Accountants in businessAccountants in business
Actuele ontwikkeling onderwijsvereistenDe opleiding tot accountantActuele ontwikkeling onderwijsvereisten
Agency theorieOntstaansredenen en toegevoegde waardeAgency theorie== Wat is de Agency theorie? ==

Agency theorie gaat over de relatie die bestaat tussen twee partijen waarbij een professionele manager ('agent') wordt ingehuurd door de aandeelhouder ('principaal'). Door het inhuren van de agent door de principaal, ontstaat er scheiding tussen dagelijkse leiding en eigendom van een bedrijf. De reden voor de principaal om een contract (arbeidsovereenkomst) af te sluiten met de agent, is veelal omdat de agent de dagelijkse leiding efficiënter kan uitvoeren dan de aandeelhouder dit kan.

De scheiding van leiding en eigendom zorgt er echter voor dat het mogelijk is dat de agent (manager) niet de keuze maakt in het beste belang van de principaal (aandeelhouder); er is dan sprake van suboptimale besluitvorming. Suboptimale besluitvorming heeft in basis de volgende oorzaken:

  • Verschillen tussen agent en principaal in motieven;
  • Informatieasymmetrie (zowel 'adverse selection' en 'moral hazard');
  • Complete (arbeids-)contracten zijn niet mogelijk;
  • Falend toezicht door principalen en meeliftgedrag door agenten.
Om te zorgen dat de agent keuzes zal maken in het beste belang van het principaal, is het daarom in theorie belangrijk om de belangen van de agent en principaal op elkaar af te stemmen. Dit kan in basis door het afsluiten van een arbeidscontract waarbij belangen van zowel de agent als de principaal in vertegenwoordigd zijn. Daarnaast zal intensief toezicht (monitoring) bijdragen om de agent beslissingen te laten nemen die beter overeenkomen met de belangen van de principaal.
Algemene RekenkamerPublieke institutenAlgemene RekenkamerDeze wettelijke taak is onderdeel van het verantwoordingsonderzoek dat verder ook betrekking heeft op bedrijfsvoering, niet-financiële informatie en beleid. Hierover rapporteren wij aan het parlement op Verantwoordingsdag, de derde woensdag in mei. Op basis van ons oordeel kan het parlement besluiten of het decharge verleent aan het kabinet. Daarnaast rapporteren we gedurende het hele jaar over afzonderlijke onderzoeken aan het parlement, zodat Kamerleden kunnen bepalen of het beleid van een minister zinnig, zuinig en zorgvuldig is.

Geschiedenis

In artikel 120 van de Grondwet van 29 maart 1814 werd dwingend voorgeschreven dat er “eene algemeene Rekenkamer” zou zijn. Zij werd ingesteld op 9 juli 1814. De rekenkamerfunctie kent echter een nog veel langere geschiedenis. Al in 1386 werd de Vlaamse Rekenkamer opgericht en in 1404 de Brabantse Rekenkamer.

Aanvankelijk stonden rekenkamers ten dienste van de vorst, maar bij de opkomst van de parlementaire democratie (rond 1850) werd de Algemene Rekenkamer controleur van de ministers en voorzag zij de Staten-Generaal van haar bevindingen. In de afgelopen decennia is de Algemene Rekenkamer zich ook steeds meer gaan richten op (het belang van) burgers en bedrijven.

Een overzicht van de geschiedenis van de Algemene Rekenkamer in tijdsbeelden vanaf 2014 vind je hier. In het gedenkboek bij het 175-jarig bestaan van de Algemene Rekenkamer (Van ‘camere vander rekeninghen’ tot Algemene Rekenkamer) worden zes eeuwen rekenkamer beschreven.

Missie en strategie

Onze taken voeren wij uit vanuit onze missie. De missie van de Algemene Rekenkamer is namelijk het bijdragen aan het verbeteren van het functioneren en presteren van de rijksoverheid en de daarmee verbonden organen. Daartoe gaan we na of de rijksoverheid haar geld zinnig, zuinig en zorgvuldig besteedt. Ook toetsen wij in hoeverre Nederland verplichtingen nakomt die in internationaal verband zijn aangegaan. Wij voorzien de regering, de Staten-Generaal en andere doelgroepen van relevante informatie die gebaseerd is op onderzoek en onderzoekservaring.

In de strategie 2021-2025 van de Algemene Rekenkamer (“Vertrouwen in verantwoording”) benadrukken wij dat we ons onderzoek nadrukkelijker willen doen vanuit het perspectief van burgers en bedrijven. De overheid is er voor hen. Zij betalen bovendien mee aan die overheid via belastingen, premies en andere afdrachten.

Positie

Onze positie als Hoog College van Staat is grondwettelijk verankerd. We zijn een onafhankelijk instituut en dus geen onderdeel van de regering of het parlement. We bepalen - binnen onze wettelijke taken - zelf wat we onderzoeken, hoe we dat onderzoek aanpakken en hoe en wanneer we daarover publiceren. De Tweede Kamer of bewindspersonen kunnen ons vragen onderzoek naar een bepaald onderwerp te verrichten, maar kunnen daartoe geen opdracht geven. In de praktijk honoreren we verzoeken van parlement of bewindspersonen, als we op grond van onze bevoegdheden toegevoegde waarde kunnen bieden. Signalen en reacties uit de samenleving, van burgers, bedrijven of organisaties behandelen we zorgvuldig. We kunnen besluiten om ze te betrekken bij lopende onderzoeken.

Wettelijke verankering

In artikel 76 van de Grondwet is vastgelegd dat de Algemene Rekenkamer belast is met het onderzoek van de ontvangsten en uitgaven van het Rijk. Die ontvangsten en uitgaven noemen wij wel ‘de publieke euro’. De publieke euro - ook verbeeld in ons logo - staat centraal in ons werk.

De Algemene Rekenkamer is geen wetenschappelijk onderzoeksinstituut of een toezichthouder. Wij verrichten controles of, meer algemeen, audits. Kenmerkend daarvoor is dat wij op basis van gedegen onderzoek oordelen geven of inzicht verschaffen.

In de Comptabiliteitswet 2016 (hoofdstuk 7) worden de volgende taken van de Algemene Rekenkamer genoemd:

  • Jaarlijks onderzoek van de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen, de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen en de financiële verantwoordingsinformatie in het financieel jaarverslag van het Rijk
  • Onderzoek naar het begrotingsbeheer, het financieel beheer, de materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk en de centrale administratie van de schatkist van het Rijk
  • Onderzoek naar de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid van het Rijk
  • Onderzoek naar de verklaring over EU-uitgaven

En naast deze verplichte taken omschrijft de Comptabiliteitswet twee taken die de rekenkamer ‘kan’ uitvoeren:

  • Onderzoek naar publieke middelen buiten het Rijk
  • Onderzoek naar bijdragen ten laste van de EU-begroting

Op basis van deze wettelijke omschrijvingen richt de Algemene Rekenkamer zich op een breed scala aan onderwerpen. Op onze website vind je een overzicht.

Bevoegdheden

Om onze onderzoekstaak goed en onafhankelijk te kunnen uitvoeren, hebben wij unieke bevoegdheden, die in de Comptabiliteitswet (CW) zijn vastgelegd. Wij kunnen niet alleen onderzoek doen bij ministeries en bij andere organisaties binnen het Rijk, zoals de rechterlijke macht en de Hoge Colleges van Staat, maar ook bij andere instellingen:

  • instellingen die met publiek geld een in de wet geregelde taak uitvoeren (‘rechtspersonen met een wettelijke taak’)
  • organisaties die een financiële binding hebben met het Rijk (bijvoorbeeld omdat zij subsidies, leningen of garanties ontvangen)
  • ondernemingen waarin de rijksoverheid aandelen heeft (‘staatsdeelnemingen’)
  • bijdragen uit de EU-begroting (CW 2016, artt. 7.24 t/m 7.29)

Alle relevante informatie die we nodig hebben om onze taken te vervullen, mogen we inzien. Dus ook vertrouwelijke informatie. Ook hebben we het recht op toegang tot digitaal verstuurde berichten, zoals e-mail en WhatsApp, en geautomatiseerde systemen (CW 2016, artt. 7.18 t/m 7.20 en artt. 7.34 t/m 7.36). Bij gemeenten en provincies hebben we geen onderzoeksbevoegdheden, ook niet als zij rijksgeld uitgeven. We kunnen deze overheden wel vragen om mee te werken aan ons onderzoek. Als het gaat om bijdragen uit de EU-begroting, heeft de Algemene Rekenkamer wél de bevoegdheid om onderzoek te doen bij gemeenten en provincies.

De Algemene Rekenkamer kan een oordeel uitspreken over het beleid van de regering, maar we vellen er geen politiek oordeel over. We zeggen dus nooit dat het beleid zelf goed of fout is; de politieke (parlementaire) besluitvorming is voor ons een gegeven. We kunnen wel oordelen dat een wet of het beleid niet werkt zoals dit was bedoeld en aanbevelingen doen hoe het beter kan.

Organisatie

De organisatie van de Algemene Rekenkamer bestaat uit het college en de ambtelijke organisatie. De ambtelijke organisatie onder leiding van de secretaris ondersteunt het college.

Het jaarlijks budget bedraagt ruim 33 miljoen euro, dat grotendeels wordt besteed aan personeelskosten. Over onze activiteiten leggen we jaarlijks verantwoording af in een verslag van werkzaamheden dat we eind maart publiceren.

Bij de Algemene Rekenkamer werken ongeveer 160 onderzoekers uit verschillende disciplines, niet alleen accountants, maar ook economen, bestuurskundigen, juristen, historici, statistici, sociologen en politicologen. Een belangrijk deel van ons werk bestaat namelijk uit onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid (performance audit). Een stafdirectie ondersteunt de onderzoekers, het MT en het college.

Onze positie als Hoog College van Staat waarborgt dat wij niet afhankelijk zijn van (het oordeel van) anderen. Daarom worden verschillende instrumenten ingezet om kritisch naar onszelf te kijken, zoals de inzet van een externe accountant voor de jaarrekeningcontrole, de instelling van een Audit Advisory Committee en de organisatie van externe reviews door deskundigen en peer reviews door buitenlandse rekenkamers. Zo hebben de rekenkamers van Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Canada in 2020 de onderwerpselectie, kwaliteit van onderzoeksmethoden en publicaties van de Algemene Rekenkamer getoetst. Het rapport en onze reactie daarop vind je op de website.

Internationale samenwerking

In internationaal perspectief is de Algemene Rekenkamer een Supreme Audit Institution (SAI). De SAI’s van 193 landen hebben zich verenigd in de International Organization of SAI’s. Er zijn daarnaast zeven regionale organisaties, waaronder EUROSAI. De Algemene Rekenkamer is lid van INTOSAI en EUROSAI en van het Contact Comité van EU-rekenkamers. Daarnaast zijn we lid van verschillende werkgroepen van de genoemde organisaties. De twee hoofdthema’s van ons buitenlandbeleid zijn internationale kennisuitwisseling/samenwerking en institutionele ontwikkelingssamenwerking.

Internationale standaarden

Onder de paraplu van INTOSAI is een uitgebreid raamwerk van richtlijnen ontwikkeld voor zowel de positie als de werkwijze van SAI’s. Deze professional pronouncements zijn onderverdeeld in ‘principles’, ‘standards’ (‘ISSAIs’) en ‘guidance’.

De Algemene Rekenkamer wil in principe voldoen aan deze richtlijnen. In Principle 1 (Lima Declaration) zijn de grondbeginselen voor het functioneren van rekenkamers vastgelegd. Onze onafhankelijkheid is een basisvoorwaarde om ons werk goed te doen. Dit belangrijke principe is vastgelegd in Principle 10 (Mexico Declaration).

In Principle 12 (The Value and Benefits of SAIs) wordt gesteld dat rekenkamers hun taak uitvoeren in het belang van burgers (“making a difference to the lives of citizens”). Om deze ambitie waar te maken, worden drie belangrijke voorwaarden genoemd:

  • het versterken van de verantwoording, transparantie en integriteit van overheid en openbare lichamen
  • het aantonen van de blijvende relevantie van rekenkamer voor de burgers, het parlement en andere belanghebbenden
  • een modelorganisatie zijn door het goede voorbeeld te geven

In ISSAI 100 (Fundamental Principles of Public-Sector Auditing) worden de basisbegrippen voor de externe audit van de publieke sector uiteengezet. Ook worden daar de drie hoofdtypen van auditing in de publieke sector omschreven: financial audit, performance audit en compliance audit.

ISSAI 130 bevat de Code of Ethics voor SAI’s. Deze is gebaseerd op vijf fundamentele beginselen: integriteit, onafhankelijkheid/objectiviteit, bekwaamheid, professioneel gedrag en (balans tussen) vertrouwelijkheid en transparantie.

Financial audit

De Algemene Rekenkamer geeft als onafhankelijke externe auditor jaarlijks oordelen bij de financiële verantwoordingen van de ministeries en het Rijk als geheel. De oordelen per ministerie omvatten mede de rechtmatigheid van de financiële transacties in het betreffende begrotingsjaar. De financial audit maakt onderdeel uit van het verantwoordingsonderzoek.

De Algemene Rekenkamer voert haar financial audits zoveel mogelijk uit volgens de daarvoor ontwikkelde internationale standaarden (ISSAI 2000 en ISSAI 2200-2899). Deze financial auditing standards zijn gebaseerd op de International Standards on Auditing (ISAs) van de International Auditing and Assurance Standards Board (IAASB).  

De Algemene Rekenkamer maakt bij haar controlewerkzaamheden intensief gebruik van de werkzaamheden van de Auditdienst Rijk, de interne auditor van de rijksoverheid. De taak van de Auditdienst Rijk is omschreven in het Besluit Auditdienst Rijk.

Algemene Rekenkamer over accountancy

Accountantsorganisaties voeren financial audits uit bij gemeenten en provincies en bij organisaties op afstand van het Rijk. De Algemene Rekenkamer acht daarom een goed functionerende accountancysector essentieel om zicht en greep te houden op de inning en besteding van publieke middelen. Onze visie op de toekomst van de accountancysector hebben wij verwoord in een brief van 1 mei 2020 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer.


Auteur: Algemene Rekenkamer

==Referenties==
Arthur AndersenGrondleggersArthur Andersen
Attitude versus gedragOordeelsvormingAttitude versus gedrag
Auditdienst RijkPublieke institutenAuditdienst RijkDe Auditdienst Rijk (ADR)
Auditdienst Rijk, door Ferry Timp

ADR in a nutshell

De Auditdienst Rijk (ADR) is de onafhankelijke interne auditor van de Rijksoverheid en de Audit Autoriteit in Nederland voor de Europese Commissie. We geven de controleverklaring af bij de diverse verantwoordingen van departementen, agentschappen of Europese fondsen. We leveren een proactieve bijdrage aan de kwaliteit van de Rijksoverheid door onderzoek te doen naar sturing, beheersing en verantwoording. De ADR werkt verspreid over alle ministeries om dichtbij de opdrachtgever te zijn. De medewerkers zijn daardoor dagelijks te vinden bij alle verschillende ministeries en uitvoeringsorganisaties in Nederland. Beheersmatig valt de ADR onder het Ministerie van Financiën.

Missie en visie

De Auditdienst Rijk is een organisatie die rijksbreed werkt. De ADR ondersteunt de Rijksoverheid door de ambtelijke top en politieke leiding pro-actief, snel, thema-gericht en actief te informeren over de uitkomsten van onderzoeken. De ADR is gesprekspartner op het gebied van financiële, organisatie- en IT-vraagstukken, verandertrajecten en het beheer van Europese geldstromen. De onderzoeksuitkomsten helpen onze opdrachtgevers verder en inspireren hen om van elkaar te leren.

De wereld verandert en de Rijksoverheid verandert mee. De Auditdienst Rijk blijft ontwikkelen om de kwaliteit van het werk te garanderen en de opdrachtgevers ook in de toekomst verder te helpen. De ADR wil de Rijksoverheid inspireren met de inzichten die voortvloeien uit de onderzoeken en de onafhankelijke oordelen en bevindingen die worden meegeven. De ADR probeert Rijksbreed opgedane best practices te delen en departementen met elkaar in verbinding te brengen om zo toegevoegde waarde te leveren.

Opbouw

De ADR is ingericht in een ‘account/sector-model’. Hieronder volgt kort welke sectoren er bij de ADR zijn.

Organogram ADR.png


De sectoren leveren de capaciteit en kwaliteit voor het uitvoeren van de opdrachten. Met name in de sectoren zijn medewerkers werkzaam die over een specialisme beschikken die breed in de ADR ingezet worden. Dit geeft de mogelijkheid om daar waar nodig over de kennis te kunnen beschikken. De collega’s bij de sectoren zijn niet verbonden aan een bepaald ministerie, maar voeren onderzoeken uit verspreid over de verschillende departementen. Zij werken hierin samen met de accounts die de verantwoordelijkheid dragen over de onderzoeken.

De audits van de ADR vinden plaats in vier sectoren en vijf accounts. De sector Financial Audit (FA) geeft controleverklaringen af bij de verantwoordingen van diverse departementen en agentschappen. Zoals het jaarverslag van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Auditrapport 2020 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Rapport | Rijksoverheid.nl.

De sector Operational Audit (OA) voert onderzoek uit op verzoek van de ambtelijke top naar beleids- en bedrijfsvoering binnen de Rijksoverheid. Een voorbeeld van een rapport is het onderzoek ongeschreven regels op de werkvloer. Zie hiervoor link: Onderzoeksrapport ongeschreven regels ministerie van Financi_n_def.pdf (overheid.nl).

In de sector IT Audit (IT) is het onderscheid tussen wettelijke taak en vraaggestuurde onderzoeken. De wettelijke taak is voornamelijk gericht op financiële systemen zoals general IT controls. Een voorbeeld van een vraaggestuurd onderzoek is naar de informatiebeveiliging van het Donorregister Onderzoeksrapport-Informatiebeveiliging-Donorregister.pdf (overheid.nl).

Ook is de ADR aangewezen als audit autoriteit vanuit de Europese Commissie om controles uit te voeren op de subsidiegelden verstrekt vanuit de Europese Commissie. Deze controles worden uitgevoerd in de sector EU Audit (EU).

De accounts zijn ingedeeld naar onderzoeken per departement:

-       Account OCW / SZW / VWS

-       Account BZK / JenV

-       Account BZ / IenW

-       Account FIN / EZK / LNV

-       Account AZ / DEF

Locaties in Nederland:

De Auditdienst Rijk heeft kantoren op verschillende locaties in het land.

Locaties ADR.jpg


ADR openbaar

De Auditdienst Rijk werkt vanuit de rijksbrede beleidslijn voor de openbaarmaking van rapporten. De rapporten worden in principe binnen 6 weken na de ondertekening van de opdrachtgever openbaar gemaakt. Daarnaast publiceert het ministerie van Financiën ieder half jaar een overzicht van titels van rapporten die wij hebben uitgebracht. Uitzonderingen hiervoor zijn staatsgeheime onderzoeken.

De auditrapporten inclusief onze controleverklaringen zijn te vinden op de website van de Rijksoverheid.
Autoriteit Financiële MarktenPublieke institutenAutoriteit Financiële MarktenHierna volgt kort waar de AFM voor staat en wat de positie van de AFM als geheel is. Ook kun je in de verdiepende subartikelen meer lezen over het toezicht van AFM op accountantsorganisaties en verslaggeving.

Missie en uitgangspunt van toezicht AFM

We hebben de volgende missie: ‘De AFM maakt zich sterk voor eerlijke en transparante financiële markten. Als onafhankelijke gedragstoezichthouder dragen wij bij aan duurzaam financieel welzijn in Nederland’.

Een belangrijk uitgangspunt van de toezichtwetgeving en van het toezicht zelf is dat de primaire verantwoordelijkheid voor goede naleving bij de marktpartijen zelf ligt. De primaire taak van de toezichthouder is toetsen of de marktpartijen de wet- en regelgeving goed naleven. Door middel van verschillende formele en informele toezichtinstrumenten oefenen we invloed uit op de markt. Daarnaast hebben we een signalerende en agenderende functie: is de wet- en regelgeving zo vormgegeven dat problemen in de markt kunnen worden aangepakt?

Positie en governance AFM

We zijn een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) met wettelijke taken en bevoegdheden en dragen onafhankelijk de verantwoordelijkheid voor de uitoefening van het toezicht. Zo stellen we zelf onze prioriteiten voor het toezicht vast. We zijn een stichting met een bestuur en een raad van toezicht. De raad van toezicht ziet toe op de wijze waarop ons bestuur haar taken verricht. De minister van Financiën benoemt het bestuur en de leden van de raad van toezicht. Daarnaast verleent de minister onder meer instemming op de begroting en de jaarrekening van de AFM.

Jaarlijks publiceren we een Agenda op onze website, waarin we vooruitkijken naar de belangrijkste prioriteiten en grootste uitdagingen voor het toezicht. Achteraf leggen we via het jaarverslag verantwoording af over onze activiteiten.

We werken samen met De Nederlandsche Bank (DNB) en met verschillende andere instellingen, zoals met de Autoriteit Consument & Markt (ACM) en de Belastingdienst.

Toezicht op accountantsorganisaties en verslaggeving

Met het toezicht op accountantsorganisaties en verslaggeving maken we ons er sterk voor dat ondernemingen zorgen voor betrouwbare en relevante verslaggeving voor belanghebbenden en blijven we de aanjager van de verhoging van de kwaliteit van wettelijke controles.
BelastingdienstPublieke institutenBelastingdienst
Belastingdienst V2.jpg

Accountants bij de Belastingdienst

Wist je dat de Belastingdienst ruim 600 accountants telt? Bij de Belastingdienst werken dus aardig wat accountants en we zijn altijd wel opzoek naar meer accountants. We leiden ook accountants op, met behulp van het Rijksstagebureau. Het Rijksstagebureau doet dat voor alle overheidsonderdelen, dus ook voor bijvoorbeeld de Douane, Toeslagen, de ADR en de Algemene Rekenkamer. Wat doen accountants dan bij de Belastingdienst? Het korte en simpele antwoord is: van alles.

Het meest in het oog springende voorbeeld is de belastingcontrole. De Belastingdienst voert belastingcontroles bij allerlei bedrijven uit, zowel in het MKB segment als bij multinationals. Het controleobject bij deze controles zijn meestal de aangiften zoals bijvoorbeeld de aangiften vennootschapsbelasting. Zowel accountants als niet-accountants voeren dit soort belastingcontroles uit. Als accountant, werkzaam in de controle, bij de Belastingdienst ben je vaak verantwoordelijk voor uitdagende en relatief grote controles.

Hoewel je dus aangiften controleert én kennis hebt van de fiscaliteit, zijn de werkzaamheden die je uitvoert in belangrijke mate vergelijkbaar met de werkzaamheden bij een accountantskantoor. Zo maken wij bij de planningsfase ook initiële cijferbeoordelingen en voeren wij bijvoorbeeld ook steekproeven. Wel kunnen bijvoorbeeld de tendenties verschillen. Wij controleren bijvoorbeeld de omzet vaak op volledigheid, in plaats van juistheid. Want deze omzet leidt uit eindelijk tot te betalen vennootschapsbelasting

Als je meer wil weten over hoe een controle door de Belastingdienst wordt uitgevoerd, klik dan hier voor de controleaanpak van de Belastingdienst.


Het belang van externe accountants voor de Belastingdienst

Zoals je hierboven hebt kunnen lezen werken er bij de Belastingdienst aardig wat accountants. Daarnaast steunt de Belastingdienst in het toezicht ook graag op de werkzaamheden van bijvoorbeeld belastingadviseurs die de aangiften samenstellen, of accountants die de jaarrekeningen samenstellen en de openbare accountants die ze controleren.

Wist je bijvoorbeeld dat de controlemedewerker bij de Belastingdienst, na afstemming met de openbare accountant, een inzage kunnen doen in het controledossier van de openbare accountant? De gedachte hierachter is grofweg dat alles wat een openbare accountant al gedaan heeft niet nogmaals door de Belastingdienst hoeft worden uitgevoerd; dat maakt een belastingcontrole een stuk efficiënter! Je kan in NBA handreiking 1113 meer lezen over deze samenwerking.


Functies bij de Belastingdienst

Naast een rol in de controle kun je als accountant bij de Belastingdienst ook werkzaam zijn in een functie in de vaktechniek, als klantcoördinator voor grote ondernemingen

Wil je meer weten over een aantal veel voorkomende functies die een accountants bij de Belastingdienst uitvoeren, klik dan hier. Ook vind je hier bijvoorbeeld verhalen van onze controlemedewerkers.
Brenda WestraGrondleggersBrenda WestraOp 12 oktober 2015 overleed op 48-jarige leeftijd de bij veel accountants bekende registeraccountant Brenda Westra. Brenda was een gepassioneerd voorvechtster van vernieuwing. Zij gold als pleitbezorger van een heldere regelgeving voor de accountancy en als iemand met een grote passie voor het accountantsberoep.
Brenda Westra

In 1991 studeerde Brenda af als registercontroller en een jaar later als registeraccountant. De eerste jaren van haar loopbaan werkte ze in de controlepraktijk, aanvankelijk bij Van Dien & Co en later bij PwC, waarna zij haar loopbaan vervolgde in de consultancy. Ook werkte zij bij de Belastingdienst en als docent van het vak Controleleer van de postdoctorale opleiding  tot registeraccountant aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.

Geïnspireerd door haar werk als docent besloot Brenda zich te richten op het schrijven van studieboeken voor accountants. Zij gaf haar boeken uit via een door haar zelf opgerichte uitgeverij: Pentagan Publishing1. Haar boeken werden een groot succes. De doorgaans ondoorgrondelijke vuistdikke boeken kregen concurrentie van strak vormgegeven boeken die gekenmerkt werden door een vlotte en heldere schrijfstijl. Dit was ongekend binnen de accountancy. Binnen het accountantsberoep en bij studenten werd Brenda Westra hierdoor zeer bekend. Met haar schrijfstijl wist zij op ongeëvenaarde wijze de complexe regelgeving voor toekomstige accountants toegankelijk te maken. Haar boeken inspireerde niet alleen duizenden accountancy studenten maar ook studenten van de opleiding tot register controller.

Naast de studieboeken waarschuwde zij samen met Gert Greveling met haar boek ‘Onthullingen over accountants’, voor de overhand die de commercie van de adviesdiensten de overhand dreigde te krijgen binnen de accountancy. Zij wees er op dat een te grote commerciële druk de objectieve professionele oordeelsvorming bedreigde. Brenda deed dit met een enorme drive en gevoel voor humor, niet om het beroep in diskrediet te brengen, maar juist om verbetering teweeg te brengen. Zij bood in haar boek daar ook toekomstperspectieven voor, waarvan enkele inmiddels zijn ingevoerd, zoals scheiding van controle en advies. Maar toentertijd leek zij een roepende in de woestijn. De kritische blik op het accountancyberoep werd haar niet altijd in dank afgenomen. Maar met de kennis van nu, moeten we constateren dat zij de vinger op de zere plek legde.

In de laatste jaren van haar leven was Brenda vanuit Dubai en Ibiza actief. Hier werkte zij aan een boek in de vorm van brieven aan de heer Elon Musk2 waarin plannen worden ontvouwd voor een economie die vrede en een betere welvaartverdeling zou brengen.

In mei 2014 openbaarden zich bij Brenda de eerste verschijnselen van een ernstige ziekte. Tijdens een ziekenhuisopname in het VU MC te Amsterdam besloot Brenda om bij leven een stichting op te richten. Om op deze manier verdere ontwikkeling op het gebied van financiële verslaglegging en accountancy te stimuleren en het uitdragen van haar gedachtengoed na haar overlijden te verzekeren. Met dat doel heeft zij op 2 juni 2015 de Stichting Future Finance (hierna: de Stichting) opgericht.

Samenwerking Nyenrode en Stichting Future Finance

Accountancystudenten kunnen vanaf 2018 meedingen naar de Brenda Westra Opinieprijs.

Op 6 december 2017 tekenden Rector Magnificus Miša Džoljić en het bestuur van de Stichting Future Finance een overeenkomst voor de ‘Brenda Westra Opinieprijs’. De Stichting Future Finance beheert het erfgoed van Brenda Westra, alumna van Nyenrode en bevlogen en spraakmakend accountant, die in 2015 op 48-jarige leeftijd overleed. De Stichting nodigde Nyenrode uit om invulling en uitvoering te geven aan deze prijs, die is gericht op vernieuwende, duidelijk opiniërende, vlot geschreven, voor het accountantsberoep en –onderwijs actuele opiniestukken.

De huidige Nyenrode Accountancy Essayprijs zal worden geïntegreerd in de Brenda Westra Opinieprijs. De Stichting stelt een bedrag ter beschikking van EUR 30.000, waaruit gedurende de komende 10 jaar het prijzengeld zal worden uitgekeerd. Professor Ruud Vergoossen zal zijn voorzitterschap van de Essayprijs continueren voor de Brenda Westra Opinieprijs. De laatste Essayprijs Accountancy wordt uitgereikt op 11 januari 2018. De uitreiking van de Brenda Westra Opinieprijs zal vanaf 2018 jaarlijks plaatsvinden op of rond 12 oktober, de datum waarop Brenda Westra overleed.

In aanmerking om mee te dingen naar de prijs komen opiniestukken geschreven door Nyenrode studenten vanuit een viertal bronnen:

  • bachelor- en masterscripties,
  • The Accountables (het online discussie platform van, voor en door studenten),
  • opinies geschreven in het Post-Master vak Financial Auditing
  • en praktijkreferaten die studenten bij de afronding van hun praktijkopleiding hebben geschreven op basis van een stevig praktijkdilemma.

De opinieprijs wordt zo dus breder vanuit de opleiding gevoed dan de essayprijs, waarbij de essays uitsluitend werden geschreven op basis van goed beoordeelde masterscripties.

Stimulans om stem te laten horen.

Brenda Westra Foyer

Brenda Westra Foyer
De Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) heeft op 15 oktober 2019 hun foyer feestelijk geopend en deze naar Brenda vernoemd. Ons bestuur heeft toen besloten een portret van Brenda Westra te laten maken door kunstenares Marte Röling en deze namens stichting Future Finance aan te bieden aan het NBA. Met het NBA was 14 mei 2020 afgesproken om het portret feestelijk te overhandigen. Vanwege het Corona kon dit helaas niet doorgaan. Brenda’s portret hangt sinds begin 2020 in de foyer van het NBA en is direct zichtbaar bij binnenkomst.
Busy season talksVormgeving van het beroepBusySeasonTalks
Confirmatiebias ofwel tunnelvisieOordeelsvormingConfirmatiebias ofwel tunnelvisie
Data-analyse voor gegevensgerichte controleAudit & AssuranceData-analyse voor gegevensgerichte controleNBA Handreiking 1141 geeft een overzicht van voorwaarden voor het gebruik, en laat zien hoe data-analyse bijdraagt bij het vinden van controle-informatie in alle fasen van de controle. Wat ik wil toevoegen is een top-down-overzicht van methoden en technieken die bij de gegevensgerichte controle kunnen worden ingezet. Hierbij een poging tot classificatie van die methoden en technieken aan de hand van de norm die wordt gebruikt om gegevensgericht te controleren. Ik pretendeer niet dat dit overzicht volledig is, maar wel dat het inzicht geeft in de verschillende soorten methoden en technieken.

Waar is de norm?

Controleren is toetsen aan een norm. Laten we aannemen dat wij een bestand hebben dat te controleren gegevens Y en eventueel daarmee samenhangende gegevens X bevat. Controleren is het vergelijken van Y met een norm Z. Die norm is soms digitaal aanwezig, maar niet altijd. Dan kan je hem buiten de computer zoeken of in de computer proberen te maken.

Stel: de norm zit in een bestand!

Als die norm ook in een bestand staat, kunnen we met behulp van auditsoftware Y en Z integraal met elkaar vergelijken. Two, three- and nog meer matches zijn hier voorbeelden van. Het zou vreemd zijn om dat met een steekproef te doen als het integraal kan. Auteurs die stellen dat data-analyse steekproeven overbodig maakt, moeten zich realiseren dat dat alleen zo is als de norm in bestandsvorm beschikbaar is.

Ik vind dat als een accountant integraal kan controleren, hij of zij dat ook zou moeten doen. Die regel, misschien in afgezwakte vorm ('Als een accountant integraal kan controleren en dat niet doet, dient hij of zij aan te geven waarom'), zou in COS 500 niet misstaan. Toch is dit makkelijker gezegd dan gedaan. Want, wie zegt dat dat bestand Z juist en volledig is? We zien dat Y en Z verschillen, maar weten we zeker dat Y moet worden gecorrigeerd en niet Z? Eigenlijk zijn we weer terug bij af, maar nu met Z als controleobject. Maar, misschien is het gemakkelijker om de bruikbaarheid van Z aan te tonen dan de juistheid van Y. Integrale controle lost het probleem op door het te verplaatsen.

Stel: de norm is niet digitaal beschikbaar!

Dan maar een steekproef?

Als de norm Z niet digitaal beschikbaar is, maar ouderwets op papier staat (of in een magazijnlocatie moet worden geteld) dan is een steekproef (sample of documentary evidence) misschien een oplossing. De gewenste onnauwkeurigheid (het verschil tussen de foutkans die de steekproef aangeeft en de werkelijkheid) en onbetrouwbaarheid (de kans dat dat verschil nog groter is) van de steekproef bepalen samen met de vermoedelijke fout de omvang, maar het gevonden aantal fouten kan die onnauwkeurigheid achteraf veranderen.

Er zijn toepassingen denkbaar waarbij steekproeven niet efficiënt zijn, met name als de vereiste onnauwkeurigheid erg laag is of als de vermoedelijke fout die norm nadert.

Of we verzinnen wel een norm?

Veel toepassingen van data-analyse in de controle vallen in deze categorie: de norm Z is niet, of niet op efficiënte wijze, bruikbaar en daarom maken we een norm Z'. Voorbeelden volgen, maar voor die tijd is het belangrijk om te beseffen dat als we Z' in plaats van Z als norm hanteren, er sprake kan zijn van ten onrechte goedkeuren of ten onrechte afkeuren zo lang Z' niet perfect met Z overeenkomt.

Normen op basis van Y zelf (Geauzomofo?)

De simpelste manier om zelf een norm op te stellen is het kijken naar extreme waarden: uitschieters, uitbijters, of gewoon de grootste en de kleinste uitkomsten. Alles buiten tweemaal de standaarddeviatie wordt vaak als extreem gezien, maar vereist wel een onderliggende Gausse-verdeling: Box and Whiskers-plots (alles buiten de mediaan plus of min anderhalf keer de kwartielafstand) zijn wat complexer, maar zijn ook toepasbaar op niet-symmetrische verdelingen. Ik vind dat deze norm vaker te onpas dan te pas wordt gebruikt. Extreme waarden bestaan nu eenmaal. In een populatie van een "normaal" (Gauss) verdeelde grootheid zou het juist vreemd zijn als er geen vijf procent uitkomsten buiten tweemaal de standaarddeviatie zouden liggen.

Maar, belangrijker nog is om te beseffen dat plausibiliteit geen juistheid is. Iets dat niet als fout wordt herkend, is nog niet goed omdat we niet zeker weten dat we alle manieren van het herkennen van fouten hebben gebruikt. Benford-analyse is een voorbeeld van het stellen dat gegevens aan een bepaalde kansverdeling (in dit geval een logistische) moeten voldoen. Alleen die gegevens die van die verdeling afwijken hoeven onderzocht te worden. Er blijkt een wiskundig bewijs te bestaan dat niet gemanipuleerde datasets wel, en gefraudeerde datasets niet aan deze verdeling, of welke andere dan ook, voldoen, maar eerlijk gezegd gaat dat artikel mij boven de pet. Inmiddels is de lijst van mogelijke toepassingen van Benford kleiner dan de lijst met toepassingen waar Benford niet bruikbaar is.

Eigenlijk kan men als data-analist zich hier uitleven op complexiteit: er zijn allerlei vormen van clustering mogelijk, waarbij de populatie wordt opgedeeld in groepen data die binnen elke groep sterk op elkaar lijken, maar tussen de groepen zo veel mogelijk verschillen. De vraag blijft echter of daarmee de onjuiste transacties boven tafel komen: een beetje fraudeur boekt onopvallende transacties, toch?

Belangrijk bij al deze manieren om uit de te controleren data zelf een norm af te leiden, is dat het een norm is om onjuiste gegevens te identificeren en niet om juiste gegevens te vinden. Ik heb dit ooit GEAUZOMOFO (geautomatiseerd zoeken naar mogelijke fouten) genoemd. In een bestand met geboortedata kun je wel aangeven welke data niet kunnen kloppen (31 februari bijvoorbeeld), maar een datum die niet op die lijst van onmogelijke data staat kan zo niet worden gecontroleerd. Op grond van risicoanalyse bedenkt de accountant wat er fout kan gaan en hoe een onjuiste transactie eruitziet. De data-analist bouwt vervolgens een tool om die fout op te sporen. Maar wanneer heeft de accountant alle fouten gevonden? Die beperking van deze vorm van data-analyse wordt nog weleens over het hoofd gezien, maar COS 500 A52 stelt terecht dat het afwezig zijn van signalen voor onjuistheden nog niet betekent dat de uitkomst klopt.

Normen op basis van (de relatie tussen) Y en X, de overige data

Een geheel andere aanpak is om een norm te halen uit de relatie tussen Y en X, met de gegevens die horen bij dezelfde waarnemingen als de te controleren data. Ook daarvoor geldt weer dat moet worden vastgesteld dat X correct is. Op basis van hoe wij denken dat X invloed heeft op Y wordt een norm opgesteld voor de juiste waarde van Y.

Marge-analyse is een eenvoudig voorbeeld daarvan, cijferanalyse kan met behulp van regressie of andere technieken om modellen te schatten uitgroeien tot een zeer complexe uitwerking. Eigenlijk lijkt cijferanalyse wel heel veel op machine learning: de accountant traint een model op gecontroleerde data (X kan dus ook gecontroleerde waarden van Y buiten de huidige controle bevatten) en dat model is de norm voor de te controleren data. Belangrijke vraag bij het gebruiken van een model als norm is dat het model uit te leggen is in bedrijfseconomische termen en of de data X voldoende representatief zijn om als norm voor Y te dienen. Of, anders gezegd: wanneer het model niet meer te begrijpen is, noemen we het een algoritme. Als we de hoop opgeven om het model dat Z' uitspuugt te snappen, wordt het natuurlijk nog belangrijker om zeker te weten dat de data X waarop het model wordt getraind representatief zijn voor de controle op Y.
De AccountantskamerPublieke institutenDe Accountantskamer
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de impact op het mkbMaatschappelijke discussies
Externe verslaggeving
MKB
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de impact op het mkbDe Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de impact op het mkb

De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is een Europese richtlijn voor duurzaamheidsverslaggeving. Deze zal vanaf 2024 van kracht zal zijn voor de eerste groep bedrijven. Het doel van de CSRD is om transparantie te verhogen en kwalitatieve informatie over de impact van het bedrijfsleven op mens en milieu inzichtelijk te maken.

Doelgroep

Momenteel geldt de Non-Financial Reporting Directive (NFRD). Deze is geldig voor bedrijven met meer dan 500 werknemers, maar de CSRD zal voor meer bedrijven gelden. Alle beursgenoteerde bedrijven en grote bedrijven die aan minimaal twee van de drie volgende criteria voldoen:

1.      meer dan 250 medewerkers

2.      meer dan 40 miljoen euro omzet

3.      meer dan 20 miljoen euro op de balans

Waarop rapporteren?

Hoewel de exacte criteria voor de verslaggeving nog niet bekend zijn, kunnen de volgende zaken al gesteld worden:

1.      Er moet gerapporteerd worden over (dit wordt de dubbele-materialiteitsprincipe genoemd):

1.      Wat de impact is van de omgeving op de onderneming. Welke materiële duurzaamheidsontwikkelingen tot mogelijke bedrijfsrisico’s leiden. Bijvoorbeeld in de vorm van grondstoffenschaarste of productieverstoringen door extreme weersomstandigheden, maar ook transitierisico's zoals klimaatzaken.

2.      Wat de impact van de onderneming is op mens, milieu en dier. Zoals biodiversiteitsverlies of mensenrechtenschendingen in de keten.

2.      Informatie over de strategie/bedrijfsmodel en de langetermijndoelstellingen van het bedrijf wat betreft duurzaamheid, en voortgang ten aanzien van die doelstellingen (in tegenstelling tot slechts de resultaten in een bepaald jaar).

3.      Naast objectieve cijfers over milieu, ook informatie over immateriële zaken (intangibles) als sociaal kapitaal.

4.      Koppeling van rapportage in lijn met andere recente Europese regelgeving: de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) en EU Taxonomy.

Wanneer van kracht?

Zoals eerder vermeld, zal de CSRD in eerste instantie van toepassing zijn op beursgenoteerde bedrijven die reeds onder de NFRD vielen. Deze bedrijven zullen vanaf boekjaar 2024 moeten voldoen aan de nieuwe richtlijnen. Voor andere grote bedrijven die voorheen niet onder de NFRD vielen, maar wel onder de CSRD zullen vallen vanaf 2024, zal de implementatie van de richtlijnen worden uitgesteld tot 2025. Het (beursgenoteerde) mkb en kleine en niet-complexe kredietinstellingen en verzekeringsondernemingen zullen vanaf 2026 aan de CSRD moeten voldoen. Aangezien de eerste bedrijven al in boekjaar 2024 moeten rapporteren, zullen veel bedrijven (direct of indirect) in 2023 al worden geconfronteerd met de CSRD en de vereiste voorbereidingen.

Invloed op het mkb

Het is begrijpelijk dat sommige mkb-bedrijven zich afvragen wat de impact van de CSRD op hun bedrijf zal zijn. Hoewel de richtlijn niet direct van toepassing is op deze bedrijven, zullen ze indirect wel te maken krijgen met de nieuwe richtlijn. De bedrijven voor wie de nieuwe richtlijn geldt, zullen namelijk moeten rapporteren over hun hele keten, inclusief hun toeleveranciers. Hierdoor zullen mkb-bedrijven indirect ook te maken krijgen met de CSRD. Het is daarom raadzaam voor mkb-bedrijven om in deze fase al kritisch te kijken naar hun eigen impact en te overwegen om een start te maken met hun eigen duurzaamheidsbeleid. Dit biedt kansen zoals bijvoorbeeld aan het verbeteren van de marktpositie en imago, het vinden van nieuwe medewerkers en zelfs kostenbesparingen.

Kansen duurzaamheidsbeleid

Een duurzaamheidsbeleid kan verschillende voordelen opleveren voor mkb-bedrijven. Ten eerste kan het zorgen voor kostenbesparingen. Door bijvoorbeeld duurzame investeringen in bedrijfsmiddelen te doen, kan een bedrijf niet alleen winst behalen op het gebied van milieu- en arbeidsomstandigheden, maar ook kosten besparen. Bedrijven kunnen in aanmerking komen voor verschillende subsidieregelingen waardoor deze investeringen ook aantrekkelijker worden.

Het is als mkb’er belangrijk om duurzaamheidsaspecten op orde te hebben om relevant te blijven voor grote bedrijven. Anders kunnen organisaties die onder de CSRD vallen straks geen producten of diensten meer afnemen. Bovendien wordt het mkb-bedrijf een interessante partner voor overheden en investeerders, omdat zij het liefst samenwerken met bedrijven die duurzaam ondernemen.

Tot slot, begin klein en kijk naar eigen medewerkers. Ga in gesprek over het werkklimaat, hoe zij zich voelen op de werkvloer, hoe er wordt omgegaan met bijvoorbeeld gelijkheid en discriminatie wordt tegengegaan. Door actief uit te dragen dat de organisatie klimaat, inclusiviteit en diversiteit hoog op de agenda heeft staan, wordt het juiste personeel aangetrokken.  


Conclusie

In het kort, de Corporate Social Responsibility Disclosure (CSRD) is een belangrijke stap in het vergroten van de transparantie en verantwoordelijkheid van bedrijven op het gebied van duurzaamheid. Door middel van verplichte rapportage kunnen bedrijven hun inspanningen op het gebied van duurzaamheid tonen en zo het vertrouwen van stakeholders vergroten.

Laten we samenwerken om een duurzamere toekomst te creëren en bedrijven aan te moedigen om verantwoordelijkheid te nemen en hun inspanningen voor duurzaamheid te rapporteren. Door deze veranderingen te ondersteunen, kunnen we gezamenlijk bouwen aan een betere wereld voor toekomstige generaties.
De Leer van LimpergOntstaansredenen en toegevoegde waardeDe Leer van Limperg
De beroepseedBeroepsfundamentenDe beroepseed==Wat is de beroepseed?==

Als je als afgestudeerd accountant bijgeschreven wordt in het accountantsregister leg je de beroepseed af. Dit is een officiële handeling waarbij je tegenover je beroepsgenoten, de belofte, die omschreven staat in de eed, bekrachtigt.

Je belooft of verklaart daarmee dat je als accountant in de uitvoering van je werk het algemeen belang vooropstelt, dat je zult handelen binnen de wet -en regelgeving en je beroep met een professioneel kritische instelling uitoefent. Ook de fundamentele beginselen van de VGBA staan letterlijk in de tekst van de eed genoemd. Je bevestigt bij toetreding tot de beroepsgroep van accountants die beginselen dus als het ware nogmaals, zodat er ten overstaan van anderen, geen enkele twijfel meer bestaat over hoe jij als accountant afwegingen in de beroepspraktijk gaat maken.

Tekst van de eed

De tekst van de beroepseed luidt als volgt:

‘Ik ben mij ervan bewust dat ik als accountant dien te handelen in het algemeen belang.

Ik oefen mijn beroep uit met een professioneel-kritische instelling. In de uitoefening van mijn beroep als accountant laat ik mij leiden door fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit, vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en vertrouwelijkheid.

Ik houd mij aan de wetten en regelgeving die op mijn beroep van toepassing zijn.

Mijn professionaliteit brengt met zich mee dat ik geen handelingen verricht waarvan ik weet of behoor te weten dat die het accountantsberoep in diskrediet kunnen brengen.

Zo waarlijk helpe mij God almachtig/dat beloof/dat verklaar ik.’ '"`UNIQ--ref-00000045-QINU`"'

Je kunt de eed ook in het Engels of in het Fries afleggen.

De NBA ziet erop toe dat alle accountants de eed afleggen. Een accountant die opgenomen is in het accountantsregister heeft dus per definitie de eed afgelegd.

De accountantseed: maatregel 1.1.

Het voorstel om de accountantseed in te voeren is de eerstgenoemde maatregel (1.1) van de in totaal 53 maatregelen uit het rapport In het publiek belang van de werkgroep Toekomst Accountantsberoep dat in 2014 op Freaky Thursday verschijnt.

Doel van deze eerste maatregel is om ‘zowel intern als extern duidelijk te communiceren waar het beroep voor staat en welke mindset, cultuur en gedrag van iedere accountant wordt verwacht’.

Het idee leidt tot flinke discussies. Uit een peiling uit 2014 geeft de meerderheid van accountants aan geen nut te zien in een eed. Meest gehoorde argument is dat de gedragscode en het tuchtrecht voldoende zijn. Maar mei 2016 stemmen de leden van de NBA voor het instellen van de beroepseed.

Overigens was er rond 1900 ook al het idee om een accountant de eed af te laten leggen, opgekomen, namelijk bij de voorloper van de NBA, het Nederlands Instituut van Accountants (NIVA). Het komt zelfs een aantal keren tot een wetsvoorstel, maar uiteindelijk sneuvelt het plan doordat de Staatscommissie Bijleveld in 1930 de invoering van de accountantseed definitief niet zinvol acht. Het nut ervan wordt bij accountants in twijfel getrokken. Het belangrijkste argument hiervoor is dat de verplichting tot geheimhouding ook bij wet geregeld kan worden '"`UNIQ--ref-00000046-QINU`"'.

De waarde(n) van de eed

Soeharno in de Lutherse Kerk in Amsterdam over De Waarde van de Eed [1]

De eed is een eeuwenoude manier - via de Grieken, de Romeinen, de joods-christelijke traditie en de Verlichting - om ‘een eenvoudig verlangen naar waarachtigheid’ vorm te geven ten overstaan van een ander. Met een eedformule (de tekst) en een eedgebaar tegenover de eedgemeenschap, de beroepsgroep waartoe de professional behoort. “Iedere eed komt dan ook in essentie neer op deze formulering: Ik zweer dat ik integer zal zijn” '"`UNIQ--ref-00000047-QINU`"'.

Soeharno onderscheidt drie kernmotieven waardoor de eedaflegging van waarde wordt: 1. Gerechtigheid (de kernwaarden van de professie gaan voor die van de professional), 2. Geloofwaardigheid (aan de orde wanneer levendig duidelijk is wat er onder de kernwaarden verstaan wordt) en 3. Cohesie. Het feit dat de eed wordt afgelegd ten over staan van de eedgemeenschap kan een gunstig effect hebben op het morele gedrag van de professional. Bij schending is niet alleen de eigen eer maar ook de kernwaarden van de beroepsgroep die op het spel worden gezet, de beroepseer.

De eed bij andere beroepsgroepen

Een van de oudste beroepseedvoorbeelden is die van Hippocrates. Deze Griekse arts liet 400 jaar voor Christus jonge artsen beloven zich aan beroepsregels te houden. In 1878 (we waren wat later..) werd in Nederland de artseneed ingevoerd, gebaseerd op deze eed van Hippocrates. De huidige artseneed (laatste aanpassingen zijn van 2010) is niet meer echt terug te voeren op die van Hippocrates maar wordt nog altijd afgelegd door aankomende artsen. Zo beloven ze onder meer geen misbruik te maken van hun medische kennis (toegevoegd naar aanleiding van bijvoorbeeld misstanden tijdens de Tweede Wereldoorlog) en commerciële druk vanuit de farmaceutische industrie te weerstaan.

Een tweede relevant voorbeeld en voorloper voor de beroepsgroep van accountants is de bankierseed. Sinds 1 april 2015 kennen bankmedewerkers namelijk ook een bankierseed. Zij beloven daarmee ‘hun functie integer en zorgvuldig te zullen uitoefenen en het belang van de klant centraal te stellen’. In de verordening die de accountantseed regelt, wordt specifiek ingegaan op het verschil tussen de bankierseed en de accountantseed waarbij voor de accountant/bankier geldt dat hij ‘niet het belang van de cliënt centraal kan stellen op een zodanige wijze dan hij daarmee de fundamentele beginselen schendt’. '"`UNIQ--ref-00000048-QINU`"'

Tot slot is de ambtenareneed natuurlijk belangrijk voor accountants in overheidsdienst. Er zit best veel overlap tussen beide 'eden'. Zo moeten beiden zich houden aan wet -en regelgeving, ligt de nadruk op zorgvuldigheid, nauwgezetheid en vertrouwelijkheid. Integriteit, onkreukbaarheid en betrouwbaarheid zijn deugden die ook in beide formuleringen zijn terug te vinden. Ook mogen ambtenaren en als accountants niets doen of geen handelingen verrichten die het ambt of het accountantsberoep schaden. Een interessant spanningsveld is dat tussen 'plichtsgetrouw zijn' en een 'professioneel kritische instelling'.

Handhaving bij weigeren eed af te leggen

Vier registeraccountants en vier accountants-administratieconsulenten worden er door de NBA herhaaldelijk aan herinnerd dat zij tijdig de beroepseed moeten afleggen. Dat doen zij niet, waarna de NBA een klacht tegen de acht indient bij de Accountantskamer. De Accountantskamer verklaart de klacht gegrond en legt een doorhaling op met een termijn van één maand waarbinnen de accountants zich niet opnieuw mogen laten inschrijven. Eén van de registeraccountants gaat in hoger beroep en er komt een zitting bij het college van beroep voor het bedrijfsleven. Het college acht zijn klacht ongegrond.

Maatschappelijke relevantie volgens de tuchtrechter

Op Accountant.nl wordt de uitspraak van de tuchtrechter als volgt samengevat:

“Wie ervoor kiest de titel registeraccountant of accountant-administratieconsulent te voeren, moet de plicht aanvaarden om de eed of belofte af te leggen. Of je nu accountant in business bent, controlerend accountant of samenstellend accountant – je dient allemaal het algemeen belang en moet dus zweren of beloven dat je je aan de fundamentele beginselen houdt. De eed moet het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer in de accountant herstellen en bevorderen. Wie weigert, ondermijnt dat vertrouwen” (Lex van Almelo). '"`UNIQ--ref-00000049-QINU`"'

Referenties

'"`UNIQ--references-0000004A-QINU`"'
De beschikbaarheidsheuristiekOordeelsvormingDe beschikbaarheidsheuristiek==Algemene voorbeelden van de beschikbaarheidsheuristiek==

Gewone of spectaculaire dood

Volgens het artikel Death Odds in het blad Newsweek (1990) is de kans om door vallende vliegtuigonderdelen te overlijden dertig keer hoger dan de kans om door een haai te worden gedood.'"`UNIQ--ref-00000096-QINU`"' Toch zou u hoogstwaarschijnlijk aan de haai denken, als u dat vooraf was gevraagd. Dit is een typisch geval van de beschikbaarheidsheuristiek. Bij een vraag over haaien en doden denkt men bijvoorbeeld al snel aan de film Jaws en dat zal dan ook de inschattingen beïnvloeden. '"`UNIQ--ref-00000097-QINU`"'

De interpretatie van de statistiek rond het voorbeeld over doodgaan door haai versus vliegtuigonderdelen wordt overigens ook bekritiseerd. '"`UNIQ--ref-00000098-QINU`"'

Amerikaans onderzoek van onder anderen Barbara Combs en Paul Slovic toont aan dat onnatuurlijke doodsoorzaken met veel en sensationele media-aandacht, zoals auto-ongelukken en moord, door veel mensen waarschijnlijker worden geacht dan stille doders zoals maagkanker en suikerziekte, waarvoor weinig media-aandacht bestaat. Toch liggen de natuurlijke doodsoorzaken in werkelijkheid veel meer voor de hand. '"`UNIQ--ref-00000099-QINU`"'

Het letterfrequentieexperiment

Een bekend onderzoek van Amos Tversky en Daniel Kahneman naar de beschikbaarheidsheuristiek is het zogenaamde ‘letterfrequentie’-experiment uit 1973. De (Engelstalige) deelnemers aan het experiment moesten een schatting maken van de hoeveelheid woorden in de Engelse taal die met een ‘r’ of met een ‘k’ beginnen en tevens van de hoeveelheid woorden die als derde letter een ‘r’ of ‘k’ hebben.

De meeste participanten vonden de woorden die met een ‘r’ of een ‘k’ beginnen veel aannemelijker dan woorden met de ‘r’ of een ‘k’ als derde letter. Dat wordt veroorzaakt door de betere beschikbaarheid uit het geheugen voor woorden die met een ‘r’ of ‘k’ beginnen. In realiteit komen Engelse woorden met een ‘r’ of een ‘k’ als derde letter namelijk wel drie keer vaker voor.'"`UNIQ--ref-0000009A-QINU`"'

Voorbeelden van de beschikbaarheidsheuristiek bij accountants

Fraude

De aanwezigheid van dit belangrijke fenomeen is ook getest bij accountants. In een experiment uit 1985 vroeg Robert Libby aan accountants om verklaringen aan te dragen voor een fluctuatie die tijdens de cijferbeoordeling werd gesignaleerd. De resultaten suggereren dat de beschikbaarheid van verklaringen vooral lijkt te worden gestuurd door de gepercipieerde frequentie dat een fout in de praktijk voorkomt en door recente ervaringen van de accountant.'"`UNIQ--ref-0000009B-QINU`"'

Ervaren accountants zien fraude als minder waarschijnlijk dan onervaren accountants, omdat ervaren accountants de beperkte frequentie waarin fraude voorkomt zelf hebben ervaren. ‘Niet-fraude-verklaringen’ zijn voor ervaren accountants in het algemeen dus gemakkelijker beschikbaar dan verklaringen die duiden op fraude. Hierin schuilt overigens het risico dat meer ervaren accountants minder professioneel-kritisch handelen omdat ze mogelijk minder alert worden.

Beschikbaarheid en maatschappelijk verkeer

Ook het maatschappelijk verkeer staat bloot aan de beschikbaarheidsheuristiek. Bijvoorbeeld bij het beoordelen van accountants. Denk maar eens aan de verhalen die op verjaardagsfeestjes ontstaan als het over accountants gaat. Zijn die verhalen wel helemaal terecht? Vaak denkt men bij het inschatten van risico's vaak meer aan de teller dan aan de noemer van een kansratio. '"`UNIQ--ref-0000009C-QINU`"' Een voorbeeld. Als uw puberdochter 's avonds met de fiets naar een feestje gaat dan denkt u meer aan wat er allemaal kan gebeuren op basis van akelige verhalen uit de krant (de teller in de kans) dan aan de enorme hoeveelheid keren dat er niets gebeurt (het voornaamste onderdeel van de noemer in de kans). Dat verschijnsel wordt wel aangeduid met probability neglect, het veronachtzamen van kans.

Dit fenomeen wordt sterker door het fenomeen van de availability cascade, de zogenaamde ‘beschikbaarheidswaterval’. '"`UNIQ--ref-0000009D-QINU`"' Daaronder wordt het volgende verstaan. In de media duikt een bericht op dat maatschappelijke onrust veroorzaakt bij een groep mensen. Die onrust is dan op zichzelf weer een reden om op basis daarvan weer meer nieuws te genereren hetgeen weer tot meer onrust leidt enzovoort. Op die manier wordt een reeks van gebeurtenissen in gang gezet en in stand gehouden. De media gaan de boventoon voeren en tegenstemmen krijgen te weinig aandacht. Dan krijgt zo'n kwestie een zware politieke lading, waardoor ook politiek ingrijpen niet meer kan uitblijven. Andere manieren om het probleem te benaderen hebben dan geen prioriteit meer.

Dat is ook aandachtspunt voor wetgeving bij accountants. Schandalen en crises zijn potentiële kandidaten voor een dergelijke ‘beschikbaarheidswaterval’. Er bestaat dan een risico dat wetgeving wordt ingevoerd terwijl mogelijke alternatieven voorhanden zijn die leiden tot een meer gunstige kosten-baten-balans.

Referenties

'"`UNIQ--references-0000009E-QINU`"'
De eerste vrouwelijke accountantMarktdemografieDe eerste vrouwelijke accountant
De evaluatie van een geldsteekproefAudit & AssuranceDe evaluatie van een geldsteekproefDe verticale rode lijn geeft de plek aan van de geprojecteerde fout, de meest waarschijnlijke uitkomst voor het foutbedrag bij integrale controle, en de verticale grijze lijn geeft aan waar de maximale fout ligt. Als rechts van de grijze lijn een oppervlakje van vijf procent ligt, is het de 95 procent betrouwbare maximale fout. De rol van de geprojecteerde en maximale fout in de evaluatie is te vergelijken met een verkeerslicht:

• Groen: de maximale fout voldoet aan de (uitvoerings-) materialiteit. Er kan worden goedgekeurd want er is voldoende zekeheid dat de fout niet materieel is. De geprojecteerde fout wordt ter correctie voorgelegd. Zie verder Standaard 450, 8.

• Oranje: de maximale fout voldoet niet aan de (uitvoerings-) materialiteit, maar de onnauwkeurigheid, het verschil met de geprojecteerde fout, wel. De steekproef is groot genoeg om de geprojecteerde fout met voldoende betrouwbaarheid en nauwkeurigheid te schatten. Goedkeuren zou kunnen nadat de geprojecteerde fout wordt gecorrigeerd. Zie ook Standaard 540, A94.

• Rood: zelfs na eventuele correctie voor de geprojecteerde fout blijft de maximale fout boven de (uitvoerings-) materialiteit. De controle is niet toereikend voor een oordeel en de werkzaamheden moeten worden uitgebreid.

Een getallenvoorbeeld: de te controleren populatie bedraagt 1 miljoen euro en de (uitvoerings-)materialiteit is 30.000 euro bij 95% betrouwbaarheid.

situatie steekproef afwijkingen geprojecteerde fout maximale fout onnauwkeurigheid
1 100 0 0 30.000 30.000
2 100 1 10.000 47.500 37.500
3 200 2 10.000 31.500 21.500
4 300 3 10.000 25.867 15.867
5 131 1,31 10.000 40.000 30.000
6 220 2,20 10.000 30.000 20.000

1. Groen omdat de maximale fout aan de (uitvoerings-) materialiteit voldoet.

2. Rood omdat de onnauwkeurigheid boven de (uitvoerings-) materialiteit ligt.

3. Oranje, want de maximale fout is hoger, maar de onnauwkeurigheid is lager dan de (uitvoerings-) materialiteit.

4. Groen omdat de maximale fout aan de (uitvoerings-) materialiteit voldoet.

5. Oranje, want de maximale fout is hoger, maar de onnauwkeurigheid is lager dan de (uitvoerings-) materialiteit.

6. Groen omdat de maximale fout aan de (uitvoerings-) materialiteit voldoet.

Merk op dat bij 3. en 5. correctie nodig is voor goedkeuring terwijl bij 1., 4. en 6. wordt goedgekeurd en pas daarna correctie ter sprake komt.
De fraudeur waar het allemaal mee begonBelangrijke gebeurtenissen
Grondleggers
Beroepsfundamenten
De fraudeur waar het allemaal mee begon
Pincoffs

De fraudeur waar het allemaal mee begon

Het is 1880 en wie kent hem niet? Dé Rotterdamse zakenman die politiek actief was en uiteindelijk naar Amerika vluchtte vanwege frauduleus handelen. Namelijk Lodelijk Pincoffs. Het startsein voor het accountantsberoep is gegeven!

De jeugdjaren van Pincoffs

De Rotterdammer Pincoffs werd geboren in 1827 als zoon van een handelaar in textiel en lotenverkoper. Hij heeft aan meerdere privéscholen in onder meer Duitsland en Antwerpen gestudeerd om uit te groeien tot, voor die tijd, een handelaar met aanzien. Hij wist als succesvol zakenman samen met zijn broer handel te verdrijven met Afrika, totdat hij in 1856 erin slaagt om op 28-jarige leeftijd verkozen te worden tot gemeenteraadslid'"`UNIQ--ref-00000009-QINU`"'. Een functie die hij ruim zeventien jaar heeft bekleed. In die hoedanigheid heeft hij zich hard gemaakt voor onder meer de handel van het havengebied in Rotterdam.

Een commerciële slagkracht

Pincoffs heeft op commercieel gebied bijgedragen aan “de oprichting van de Rotterdamsche Bank, de Holland-Amerikalijn, de Nederlandsch-Indische Gas Maatschappij, de vestiging van Heineken's Bierbrouwerijen te Rotterdam en nog vele andere bedrijven”, aldus Lichtenauer'"`UNIQ--ref-0000000A-QINU`"'. Met behulp van Duits geld wist hij in 1873 de Rotterdamse Handelsvereeniging op te richten.

Het einde van het Pincoffs-imperium

In de jaren 70 liepen de Afrikaanse zaken achteruit. Dit leidde tot financiële kunstgrepen om het verlies te elimineren en een speculatie in Peruaanse effecten met als gevolg dat het verder bergafwaarts ging met het imperium. De onregelmatigheden in de boekhouding namen toe en werden steeds ernstiger. Pincoffs wist bij prins Hendrik der Nederlanden en de kroonprins van Pruisen geld los te peuteren in de hoop het imperium te redden. Uiteindelijk kwam Pincoffs in contact met de Belg Stanley. Deze was geïnteresseerd om in het imperium te investeren, maar ‘helaas’ kwam dit voor Pincoffs te laat. In 1879 leidde dit alles tot de ondergang van het imperium. Pincoffs vluchtte met zijn laatste centen naar de Verenigde Staten en ontliep daarmee zijn opgelegde gevangenisstraf van acht jaar '"`UNIQ--ref-0000000B-QINU`""`UNIQ--ref-0000000C-QINU`""`UNIQ--ref-0000000D-QINU`"'.

De intrede van de accountant

Pincoffs wist dus op wonderbaarlijke wijze iedereen het vertrouwen te kunnen geven. Mede met de boekhoudfraude halverwege de 19e eeuw bij het spoorbedrijf Great Western Railway in Engeland, heeft dit schandaal ertoe geleid dat de accountant in het leven is geroepen'"`UNIQ--ref-0000000E-QINU`"'. De Pincoffs-affaire wordt dan ook gezien als de aanleiding van het accountantsberoep in Nederland'"`UNIQ--ref-0000000F-QINU`"'.

Referenties

'"`UNIQ--references-00000010-QINU`"'
De ontwikkeling van het accountantsberoep: belangrijke gebeurtenissen in de afgelopen 20 jaarBelangrijke gebeurtenissenDe ontwikkeling van het accountantsberoep: belangrijke gebeurtenissen in de afgelopen 20 jaar==Aanleiding en gevolgen Wta==

Enron was een Amerikaans energiebedrijf, dat ontstond in 1985 na een fusie tussen Houston Natural Gas en Internorth. Enron was beursgenoteerd aan de New York Stock Exchange (NYSE). Het bedrijf groeide in de laatste twee decennia van de 20e eeuw enorm en ook de aandelenkoers steeg. Echter, het bleek dat Enron enorme schulden was aangegaan om uitbreidingen te financieren. Deze schulden werden buiten de boeken gehouden door honderden bedrijven op te richten en de schulden daaronder te plaatsen. Hier werd 30 miljard dollar aan schulden in verborgen, die niet werden mee geconsolideerd.

De bubbel spatte uiteen: Enron ging failliet en miljoenen aandeelhouders werden gedupeerd voor miljarden dollars. Dit leidde tot kritische onderzoeken naar de rol van de accountant. Op dat moment specifiek de accountants van kantoor Arthur Anderson. Door deze boekhoudfraude werden de bevoegdheden van Arthur Anderson ontnomen, waardoor ook dit accountantskantoor failliet ging.

Het was onder meer door dit enorme schandaal dat de Sarbanes-Oxley-wet werd geïntroduceerd, hetgeen leidde tot de vorming van de PCAOB.

Ook in Nederland had dit boekhoudschandaal gevolgen. Samen met incidenten als Ahold, was dit een belangrijke oorzaak voor het vormen van de Wta – wet toezicht accountantsorganisaties - in 2006. In de Wta is onder meer geregeld dat de AFM toezicht houdt op het accountantsberoep.

Dit was een belangrijke gebeurtenis voor veel van de ontwikkelingen die in de jaren hierna hebben plaatsgevonden. '"`UNIQ--ref-00000063-QINU`"'

De Accountantskamer

De versterking van de Wta was een belangrijke aanleiding voor het stroomlijnen van het tuchtrecht en het versterken van de onafhankelijke positie van het tuchtrecht. Tot op vandaag is de Accountantskamer gezeteld in Zwolle. '"`UNIQ--ref-00000064-QINU`"'

Scheiding advies en controle en verplichte kantoorroulatie

Daarnaast zijn in 2013 in de wet op het accountantsberoep twee bepalingen toegevoegd aan de Wta. Een eerste nieuwe bepaling is het verplichten van een roulatie na 7 jaar. Deze bepaling trad op 1 januari 2016 in werking voor OOB-controles.

Een tweede bepaling is het verbod om naast controlediensten ook andere werkzaamheden te verrichten voor OOB’s.

Onderzoek controledossiers

Ook bevat de Wta vanaf 1 januari 2014 de mogelijkheid voor de AFM om kantoorspecifieke bevindingen te rapporteren. Het doel hiervan is om de kwaliteit van de individuele accountantsorganisaties te verbeteren.

AFM

Na het aanstellen van de AFM als toezichthouder op accountantsorganisaties, heeft het meerdere rapporten uitgebracht. Zo werd in 2010 een rapport gepubliceerd over de controledossiers van Big 4 kantoren. Hierin werd al geconcludeerd dat de kwaliteit van accountantscontroles fundamenteel beter moest. De AFM concludeerde dat de kwaliteit van de accountantscontrole bij Big 4-kantoren hoog op de agenda staat, maar dat deze nog structureel tekortschoot.

Accountants zijn volgens de AFM onvoldoende professioneel-kritisch bij de uitvoering van controles. Daarnaast passen ze de normen voor het uitvoeren van accountantscontroles onvoldoende toe. '"`UNIQ--ref-00000065-QINU`"'

In maart 2013 publiceert de AFM ook een rapport over alle OOB-vergunninghoudende kantoren. Ook hierin is de AFM zeer kritisch. De geconstateerde tekortkomingen liggen in lijn met de tekortkomingen waarover de AFM al had gerapporteerd over de Big 4 in 2010. '"`UNIQ--ref-00000066-QINU`"'

Tweede Kamer

Deze zorgwekkende rapporten van de AFM zijn voldoende aanleiding voor de PvdA om een debat aan te vragen over de kwaliteit van de accountantscontroles. Dit debat vindt plaats op 14 mei 2014. Enkele maanden voor “Freaky Thursday”. Henk Nijboer (PvdA) wijst erop dat eerdere maatregelen van de Tweede Kamer, waaronder het splitsen van controle en advies en het verplichten van kantoorroulatie, blijkbaar onvoldoende zijn geweest.

De Tweede Kamer is er van op de hoogte dat de AFM op dit moment bezig is met een rapport over de Big 4-kantoren. Dit rapport zal in september verschijnen. Naar aanleiding van een motie van Nijboer wordt de regering verzocht om met de accountancysector in gesprek te gaan. Het doel is om de sector zelf met voorstellen te laten komen voor verbeteringen.

Tevens wordt door de Tweede Kamer aan de regering verzocht om de evaluatie van de Wta naar voren te brengen. Deze opdracht was gegeven aan de Erasmus Universiteit.              

Freaky Thursday

Naar aanleiding van de bovengenoemde motie van Henk Nijboer, tijdens het algemeen overleg van mei 2014, stelt de NBA de Werkgroep Toekomst Accountantsberoep in. Deze werkgroep komt op 25 september 2014 met 53 maatregelen. Ook wel bekend als de 53 maatregelen in het publiek belang. De maatregelen moeten leiden tot een verbetering van kwaliteit, gedrag en cultuur '"`UNIQ--ref-00000067-QINU`"'. Onder meer maatregelen als het invoeren van een beroepseed komen hierin voor. Ook stelt deze werkgroep voor om een monitoring commissie in te benoemen. Het doel van deze commissie is om de invoering, werking en de gevolgen van de maatregelen, zoals de werkgroep heeft voorgesteld, te monitoren. De boodschap is dat de beroepsgroep continue en actief kwaliteitsverbetering moet nastreven.

Tegelijkertijd is de AFM op 25 september 2014 met een rapport gekomen over de kwaliteit van de Big 4-kantoren. Het onderzoek bouwt voort op het onderzoek uit 2010. Accountantskantoren hadden beterschap beloofd en plannen geformuleerd om de kwaliteit te verhogen, als gevolg van het onderzoek in 2014. Echter, de AFM concludeert dat zij dit in de praktijk onvoldoende terug zien. Het aantal wettelijke controles welke de AFM met een onvoldoende beoordeeld, is naar eigen zeggen nog te hoog. '"`UNIQ--ref-00000068-QINU`"'

Op deze donderdag 25 september verschijnt tevens het rapport van de Erasmus Universiteit over de werking van de Wta. Een conclusie van de evaluatie is dat het vertrouwen in het accountantsberoep is gedaald. '"`UNIQ--ref-00000069-QINU`"' '"`UNIQ--ref-0000006A-QINU`"'

Monitoring Commissie Accountancy

Als gevolg van het advies van de Werkgroep Toekomst Accountantsberoep, wordt de Monitoring Commissie Accountancy in juni 2015 opgericht. De doelstelling van deze commissie is om continue verbetering te waarborgen. Waar nodig doet de commissie voorstellen voor aanscherpingen van de (53) maatregelen. In totaal blijft de commissie voor 5 jaar aan. In januari 2020 brengt de commissie haar eindrapport uit. '"`UNIQ--ref-0000006B-QINU`"'

De commissie rapporteert dat er sprake is van een prestatiekloof, een structureel probleem in de accountancysector. De commissie stelt dat de getroffen maatregelen na vijf jaar nog onvoldoende geborgd zijn en dat de effecten nog onvoldoende zijn aangetoond. '"`UNIQ--ref-0000006C-QINU`"' Daarnaast doet de commissie meerdere aanbevelingen.

Cultuur

De cultuur binnen accountantsorganisaties komt ook in deze jaren steeds hoger op de agenda. Marlies de Vries publiceert in 2018, samen met Bas Herrijgers van de NBA Young Profs, een onderzoeksrapport naar de ervaring van young professionals binnen de accountancysector. Hieruit blijkt dat deze young professionals onder enorme werkdruk staan en gemiddeld 60 uur per week werken. Dit wordt veroorzaakt door een tekort in capaciteit, onrealistische planningen en hoge klantverwachtingen. Het is de eerste keer dat de cultuur binnen accountantskantoren dusdanig uitgebreid wordt onderzocht. '"`UNIQ--ref-0000006D-QINU`"'

Commissie toekomst accountancysector

In 2018 brengt de AFM wederom een rapport uit. De AFM heeft onderzoek gedaan naar de kwetsbaarheden in de structuur van de accountancysector en concludeert dat voornamelijk in de vraagzijde van de markt, het verdienmodel en het bedrijfsmodel kwetsbaarheden aanwezig zijn. Ook verkent het rapport enkele structurele wijzigingen in de accountancysector. '"`UNIQ--ref-0000006E-QINU`"'

Het is aanleiding voor de toenmalige minister van Financiën om de Commissie Toekomst Accountancysector (CTA) in te stellen. Deze commissie gaat op zoek naar welke aanpassingen gewenst zijn om de kwaliteit van wettelijke accountantscontroles duurzaam te borgen. Deze aanbevelingen zullen ter input dienen voor te nemen kabinetsmaatregelen. '"`UNIQ--ref-0000006F-QINU`"'

Op 30 januari 2020 biedt de CTA haar rapport aan de minister van Financiën aan. De CTA beveelt aan om audit quality indicators (AQI’s) op te zetten, het toezicht op externe accountants volledig te centreren beleggen bij de AFM en om nader onderzoek te doen naar alternatieve structuurmodellen, zoals het joint audit model, audit only model of het intermediair model. '"`UNIQ--ref-00000070-QINU`"'

Ook rapporteert de CTA dat de cultuurverandering binnen accountantskantoren nog onvoldoende duurzaam is, welke wel één van de cruciale factoren is voor het verbeteren van de aantrekkelijkheid van het accountantsberoep. '"`UNIQ--ref-00000071-QINU`"'

Kabinetsmaatregelen en kwartiermakers

Naar aanleiding van het rapport van de Commissie Toekomst Accountancysector en het rapport van de Monitoring Commissie Accountancy stelt de minister van Financiën, Wopke Hoekstra, twee Kwartiermakers aan. Deze twee kwartiermakers zullen de uitvoering van de aanbevelingen faciliteren, onderzoek doen naar onder meer alternatieve structuurmodellen en samen met de sector AQI’s opstellen. De kwartiermakers zijn aangesteld tot eind 2023 en voeren in dit tijdbestek intensieve gesprekken met de sector, voeren experimenten uit en organiseren rondetafelgesprekken.

Tevens worden er enkele aanbevelingen, in de vorm van kabinetsmaatregelen, doorgevoerd. Het toezicht op accountantsorganisaties is vanaf 2022 gecentreerd bij de AFM. Verder wordt op dit moment gewerkt aan de Wet Toekomst Accountancysector.

Referentielijst

'"`UNIQ--references-00000072-QINU`"'

De verankeringsfoutOordeelsvormingDe verankeringsfout
DuurzaamheidBelangrijke gebeurtenissenDuurzaamheid
DuurzaamheidsverslaggevingExterne verslaggevingDuurzaamheidsverslaggevingIntroductie

Stakeholders vragen steeds meer naar niet-financiële informatie naast financiële informatie. Cruciaal bij zo een rapportage over niet-financiële informatie is dat bedrijven en organisaties aan kunnen tonen dat de verstrekte informatie betrouwbaar is. Het gaat niet alleen om de numerieke informatie, maar ook op de manier waarop inzicht wordt gegeven in waardecreatie op lange termijn en de vertaling hiervan naar beleid en presentaties.

Hier komt de rol van de accountant naar voren. Net als bij financiële informatie kan de accountant aangeven of de niet-financiële informatie betrouwbaar is, door het verstrekken van zekerheid (assurance) bij duurzaamheidsverslagen.

Toch is het niet zo simpel als het lijkt. De opname van niet-financiële informatie kan leiden tot een frauderisico voor de jaarrekeningcontrole van de accountant, namelijk het risico van Greenwashing. Hierbij doen bedrijven zich duurzamer of ‘groener’ voor dan ze daadwerkelijk zijn.


Toepassing

Om een duurzaamheidsverslag op te stellen, kan gebruik worden gemaakt van diverse richtlijnen, onder andere de Global Reporting Initiative (GRI) richtlijnen. Dit is een internationaal erkende standaard voor het opstellen van een duurzaamheidsverslag.

Andere duurzaamheidsstandaarden die gebruikt kunnen worden is het International Framework for Integrated Reporting (IIRC), de Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD) of de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Voor een verdere uitleg hierover wordt doorverwezen naar 'Standaarden Duurzaamheid'.


Controle

Op een duurzaamheidsverslag moet een onafhankelijke controle plaatsvinden. Zoals eerder toegelicht is de rol van de accountant hierin weggelegd. Voorbeelden van internationale eisen waarmee dergelijke verslagen onafhankelijk gecontroleerd kunnen worden zijn het GRI en de AA 1000 Accountability Principles (2018).

Verdere informatie over GRI is te vinden in het artikel 'Standaarden Duurzaamheid'. Hieronder wordt verder ingegaan op de standaard AA1000.

AA1000 (Accountability 1000)

De standaard AA1000 werd opgericht in 1996. Deze standaard heeft als doel om de kwaliteit van sociale en ethische accounting, auditing en rapportering te verzekeren, oftewel organisaties worden hiermee aangemoedigd tot sociaal verantwoord gedrag. Met deze standaard worden organisaties bijgestaan in: de definitie van hun doelstellingen, meten van vooruitgang, in de auditing en rapportering van prestaties en in de feedbackmechanismes. Hierbij vormen de stakeholders de belangrijkste rode draad. Met andere woorden promoot AA1000 de relatie met de werknemers en het verbetert het vertrouwen van externe stakeholder.

Verder is er een zogenaamd SA8000 (Social Accountability 8000) certificaat te verkrijgen, dit is een wereldwijd sociaal certificeringssysteem opgesteld door de voormalige Council for Economic Priorities Accrediation Agency (CEPAA), tegenwoordig ook wel Social Accountability Internaional (SAI) genoemd. Dit certificaat is opgesteld als antwoord op de groeiende interesse van de consumenten voor de werkomstandigheden op wereldwijd niveau. Deze standaard bevat transparante, meetbare en verifieerbare normen voor certificeren van prestaties van organisaties op het vlak van: kinderarbeid, verplichte arbeid, gezondheid en veiligheid, lonen, werkuren, discriminatie, disciplinaire maatregelen, vrijheid van vereniging en collectieve overeenkomsten en het managementsysteem.
EDPAutomatiseringEDP
EEG, harmonisatie, liberaliseringVormgeving van het beroepEEG, harmonisatie, liberalisering
EnronVetes & schandalenEnronEen opvallend groeiend tikkende tijdbom

Enron, eens een zeer groot en populair energiebedrijf, ook voor beleggers, maar ook het bedrijf dat in 2001 ten onder is gegaan aan een boekhoudfraude. Het energieconcern is snel gegroeid en deed de een na de andere overname. Het gevolg was een toename van de waarde van het aandeel waarmee het weer andere activiteiten financierde.


De energiecrisis in Californië

Na jaren van groei brak in 2001 in Californië de energiecrisis uit. Hieraan werd door Enron veel geld verdiend, omdat zij speculeerden op stijgende energieprijzen. Echter, bleek dit wel van de grond te komen door fraude. Daarbij betaalde Enron miljoenen aan energiecentrales om zo de tijdelijk de toevoer van elektriciteit stop te kunnen zetten.


Boekhoudfraude

Enron maakte veel schulden en liep vooruit op nieuwe financieringen terwijl de baten nog niet binnen waren. Achter de schermen werden honderden BV’s opgericht waar ruim 30 miljard euro aan schulden verborgen werd. Boekhouder Andrew Fastow was hier verantwoordelijk voor en kreeg met zijn advies via deze BV’s nog eens miljoenen dollars extra in het laatje.


‘The end of Enron’

Eenmaal in 2000 kreeg men vraagtekens bij de activiteiten van Enron. Menig journalisten schreef over de organisatie en stelde (terecht) de vraag hoe het mogelijk is dat Enron zo snel kon groeien. De toezichthouder op de Amerikaanse beurs, de SEC (Securities and Exchange Commission), zag aanleiding om onderzoek te doen naar de boekhouding van Enron. Er werden namelijk minder goede cijfers gepubliceerd. De SEC viel het op dat er veel BV’s waren opgericht door hooggeplaatste functionarissen binnen het concern. Opvallend genoeg publiceert Enron een maand later de cijfers van de afgelopen vijf jaar opnieuw, maar nu niet meer met een enorme winst, maar een verlies van ruim een half miljard dollar. Het gevolg was direct voelbaar: het aandeel daalde maar liefst van 80 dollar naar minder dan 1 dollar…


Enron kon geen kant meer op. De enorme schulden konden niet worden terugbetaald en het bedrijf vroeg faillissement aan. Het resultaat was een ondergang voor Enron en diens 21.000 medewerkers in januari 2001. Er ging een streep door Enron op de beurs.


De poortwachter van het maatschappelijk verkeer

Ook de jaarcijfers van Enron werden uiteraard voorzien van een paraaf door een extern accountant. De huisaccountant Arthur Anderson bleek mee te hebben gewerkt aan de boekhoudfraude en verdiende daar maar liefst een miljoen dollar per week aan. Het gevolg was een inname van de certificeringen van het accountantskantoor met als resultaat dat 80.000 medewerkers hun baan verloren.
EnronEnron
Extern toezichtVormgeving van het beroepExtern toezicht
FEEVormgeving van het beroepFEE
FEEFEE
GBAABeroepsfundamentenGBAA
GBRBeroepsfundamentenGBR
Gehoorzaamheidsdruk en groepsdrukOordeelsvormingGehoorzaamheidsdruk en groepsdruk
Goed MKB-bestuurMKBGoed MKB-bestuurVerschillende financiële schandalen, zoals die van Enron hebben wereldwijd geleid tot een gebrek aan vertrouwen in het functioneren van bedrijven, de kapitaalmarkt, toezichthouders en accountants. De eigenaren van beursgenoteerde bedrijven (de aandeelhouders/principaal) zijn hun vertrouwen verloren in het bestuur (agent). Hier is het agency-probleem ontstaan en deels daardoor is er een behoefte aan een corporate governance mechanisme ontstaan. Deze is in de vorm van de corporate governance code opgenomen in de Nederlandse wet. Het doel van de corporate governance code is te zorgen voor goed bestuur voor beursgenoteerde bedrijven waarbij de belangen van alle stakeholders beschermd worden'"`UNIQ--ref-00000105-QINU`"'.

In Nederland geldt dit voor beursgenoteerde bedrijven omdat deze bedrijven, wanneer zij niet goed functioneren, een grote en nadelige maatschappelijke impact kunnen hebben. De code streeft om een transparante en gebalanceerde besturing te realiseren binnen een bedrijf. Daarnaast streeft de code er ook naar het agency-probleem te verhelpen door verschillende principes. Midden- en kleinbedrijven in Nederland vallen hier niet onder omdat zij individueel niet hetzelfde effect hebben op de maatschappij als de beursgenoteerde bedrijven. Echter, is het opvallend dat er in het algemeen geen beleid is voor het bestuur van het mkb in Nederland.

Wat is goed MKB-bestuur?

Goed mkb-bestuur is het door sturen en beheersen, realiseren van langetermijnwaardecreatie binnen de onderneming. Het organiseren van feedback en afleggen van verantwoording zijn taken waar het bestuur voor verantwoordelijk is, bij goed mkb-bestuur'"`UNIQ--ref-00000106-QINU`"'.

In 2018 groeide klein (10 tot 50 werknemers) en midden (50 tot 250 werknemers) bedrijven gemiddeld met 5% in waarde'"`UNIQ--ref-00000107-QINU`"'. Structuurvennootschappen en naamloze vennootschappen kennen De Nederlandse Corporate Governance Code voor goed bestuur. Het implementeren van de code zorgt voor een transparante en gebalanceerde aanpak in het voordeel van alle stakeholders. Dit is anders bij het mkb.

In Nederland is er geen code of richtlijn voor goed mkb-bestuur terwijl in ons land het mkb een enorm maartschappelijk belang heeft. Ruim 60% van de werknemers in de particuliere sector werkt in het mkb. Goed mkb-bestuur is belangrijk voor zowel de groei als de continuïteit van het bedrijf: 50% van de bedrijven die onder de noemer mkb vallen zullen de eerste vijf bedrijfsjaren niet overleven. Uit een onderzoek van het CBS blijkt dat 35% van faillissementen in het mkb wordt veroorzaakt door mismanagement'"`UNIQ--ref-00000108-QINU`"'.

Afwezigheid van het agency-probleem

Aandacht voor corporate governance is in de eerste instantie toegenomen door het agency-probleem. Management en eigendom in het mkb zijn immers grotendeels in dezelfde handen. Daarnaast is de maatschappelijke impact bij faillissement van een grootbedrijf veel groter dan wanneer een mkb failliet gaat. Als laatst maakt de geringere omvang van ondernemingen uit het mkb het makkelijker om overzicht van de onderneming te behouden. Om deze redenen is de behoefte aan formele sturingsmechanismen kleiner bij mkb in vergelijking met het grootbedrijf'"`UNIQ--ref-00000109-QINU`"'.

Echter zijn er wel een aantal redenen waarom governance bij het mkb niet op hetzelfde manier geregeld kan worden zoals een bij een grote onderneming. Het professionaliseren van goed bestuur leidt tot kosten omdat er vaak specialisten ingehuurd moeten worden. Zo is een accountant of een andere financial nodig om management en stuurinformatie goed op te zetten. Er is ook veel weerstand tegen de bureaucratisering van het mkb en uit onderzoek blijkt dat er weinig behoefte is aan een formele code voor goed mkb-bestuur'"`UNIQ--ref-0000010A-QINU`"'.

Modellen

Aangezien bij het mkb de compliance component niet nodig is, is er behoefte aan een alternatieve oplossing. Bij het Diamond-model ligt de focus op de performance component.

Het Diamond-model heeft de volgende criteria:

-       Een eenvoudig en compleet model voor de toepassing van goed mkb-bestuur.

-       Binnen het Diamond-model ligt de focus op prestatieverbetering (langetermijnwaardecreatie, verhogen van de nettowinst en het vermogen) in plaats van compliance.

-       Een dynamisch model (de Bos, 2019).

Referenties

'"`UNIQ--references-0000010B-QINU`"'
Hans BlokdijkGrondleggersHans Blokdijk
Het Diamond-modelMKBHet Diamond-modelHet Diamond-model staat voor ‘’Dynamische Integrale Aanpak van Mkb ONDernemingsbestuur”. Het model is ontwikkelt om mkb-ondernemers en hun adviseurs middels een laagdrempelig en praktisch kader een structuur te bieden en is daarmee ook een hulpmiddel om hierover te communiceren. Hierbij wordt rekening gehouden met de relevante situationele factoren (contingenties)'"`UNIQ--ref-0000002A-QINU`"' .

Introductie Diamond-model

Bij goed bestuur in het mkb ligt de focus op performance. Dit in tegenstelling tot corporate governance dat gericht is op het grootbedrijf. Daarbij ligt de focus op compliance.

De definitie van ‘goed mkb-bestuur’ die voor het Diamond-model wordt gebruikt is als volgt: “Goed mkb-bestuur is het door sturen en beheersen realiseren van langetermijnwaardecreatie binnen de onderneming. Hierbij hoort voor het bestuur ook het organiseren van feedback en het afleggen van verantwoording aan stakeholders.’’ Deze definitie leidt tot vier onderliggende governance-processen, deze zijn vertaald in acht praktische bouwstenen. Deze praktische bouwstenen verschaffen het mkb direct een duidelijk kader om aan de slag te gaan.

Het Diamond-model .jpg

1. Sturen

Het proces sturen bevat de bouwstenen: strategie en operationele vormgeving. Strategievorming en -implementatie zijn essentieel voor goed mkb-bestuur. Het ontbreken van een duidelijke strategie kan leiden tot inconsistent beleid en inconsistente aansturing. Strategische wendbaarheid is belangrijk voor succes op de lange termijn. De omstandigheden kunnen zodanig veranderen dat de strategie aangepast zal moeten worden. Strategie richt zich over het algemeen op de lange termijn, maar dient ook vertaald te worden naar meer op de korte termijn gerichte operationele doelstellingen. Structurele aandacht voor de strategie en de vormgeving hiervan zijn essentieel om de onderneming te laten overleven in een snel veranderende omgeving.

2. Beheersen

Het proces beheersen is waar goed ondernemingsbestuur mee begint en bevat de bouwstenen: organisatiestructuur en informatieverzorging. Beheersing gaat over het ‘in-control’ zijn van de onderneming. Hiervoor is een organisatiestructuur benodigd die past bij de omvang, ambities en specifieke omstandigheden van de onderneming. Met betrekking tot informatieverzorging is het van essentieel belang  dat tijdige, relevante en correcte informatie wordt verstrekt aan alle belanghebbenden. Zonder goede management informatie en rapportages kunnen de processen sturen, organiseren van feedback en verantwoorden niet worden uitgevoerd door het management.

3. Organiseren van feedback

Het proces organiseren van feedback bevat de bouwstenen: advies (ondersteunen) en tegenkracht (uitdagen). Binnen het mkb zijn er veel minder formele vereisten voor toezicht dan voor het grootbedrijf. Er is echter wel een duidelijke behoefte aan advies en kritische feedback. Externe adviseurs kunnen een positieve bijdrage leveren aan de bedrijfsresultaten en continuïteit en zijn in een samenleving die de laatste decennia steeds meer  ‘complex, hostile and turbulent’ wordt een noodzaak '"`UNIQ--ref-0000002B-QINU`"'. Dit is het meest vernieuwende aspect van het Diamond-model.

4. Verantwoorden

Het proces verantwoorden bevat de bouwstenen: interne belanghebbenden en externe belanghebbenden. Hierbij gaat het met name om de betrokkenheid van deze belanghebbenden te verhogen. Meer betrokkenheid kan positieve effecten hebben op de prestaties van de onderneming.

Belangstelling voor goed bestuur in het mkb

Nederland heeft geen code of richtlijn voor goed mkb-bestuur. Ondernemers associëren een code met extra regeldruk en bureaucratisering. Hiernaast zijn er nog een aantal andere oorzaken waarom er tot op het heden weinig aandacht is voor goed mkb-bestuur. Ten eerste komt het agency-probleem in veel mindere mate voor in het mkb '"`UNIQ--ref-0000002C-QINU`"'. De oorzaak daarvan is dat  management en eigendom grotendeels in dezelfde hand zijn, vaak met een of meerdere Directeuren Groot Aandeelhouders, DGA’s,. Ten tweede is faillissement een goed opschoningsmechanisme voor kleinere bedrijven. Een klein bedrijf dat stopt is triest voor de betrokkenen maar ontwricht daarmee de samenleving niet. Ten derde maakt de geringere bedrijfsomvang in het mkb het gemakkelijker om overzicht over de onderneming te behouden, bijvoorbeeld door middel van ‘management by walking around’ (direct toezicht). Om deze drie redenen is er minder belangstelling voor goed bestuur in het mkb, in tegenstelling tot bij het grootbedrijf. Daarnaast leidt het professionaliseren van goed bestuur tot extra kosten, een zwaarwegend minpunt voor de DGA '"`UNIQ--ref-0000002D-QINU`"'.

Géén ‘one size fits all’-benadering

Het mkb vormt een zeer heterogene groep ondernemingen het is namelijk een groep van uiteenlopende soorten bedrijven '"`UNIQ--ref-0000002E-QINU`"', hierdoor is er geen ‘one size fits all’-benadering. Binnen de contingentiebenadering van het Diamond-model wordt rekening gehouden met de specifieke omstandigheden van de individuele onderneming. Relevante contingenties voor een goed mkb-bestuur zijn: groei- en ambitieniveau, mate van innovatie, sector, persoonlijkheid en gedrag van de DGA en de bedrijfscultuur.

Implementatie van het Diamond-model

Het Diamond-model biedt een startpunt van waaruit een ‘evidence based’ praktische implementatie van goed mkb-bestuur verder kan worden ontwikkeld. Dit model biedt een overzichtelijke én gestructureerde manier om goed bestuur bespreekbaar te maken en toe te passen. Een succesvol mkb is cruciaal voor het succes van de Nederlandse economie. Aandacht voor goed mkb-bestuur draagt hier wezenlijk aan bij '"`UNIQ--ref-0000002F-QINU`"'.

Referenties

'"`UNIQ--references-00000030-QINU`"'
Heuristics & biasesOordeelsvormingHeuristics & biases
Hindsight biasOordeelsvormingHindsight bias
Historische schets automatiseringAutomatiseringHistorische schets automatisering
Historische schets van de accountantsopleidingDe opleiding tot accountantHistorische schets van de accountantsopleiding
Hogeschool UtrechtDe opleiding tot accountantHogeschool Utrecht
IAASBAudit & AssuranceIAASB
IASCVormgeving van het beroepIASC
IASCIASC
IFACVormgeving van het beroepIFAC
IFACIFAC
IIAVormgeving van het beroepIIA
ISAsAudit & AssuranceISAsDe ISAs geven invulling op gebieden van audit planning, interne controle, controle-informatie, maken gebruik van het werk van derden en beoordelen van controlewerkzaamheden.

Hoewel alle landen de ISAs adopteren, hangen deze vaak nauw samen met landelijke regelgeving. In Nederland hangen de ISAs nauw samen met de NV-COS, waarbij gestreefd wordt naar integratie. Dit is onder andere te zien in de volgende tabel.

Nederlands NV-COS ISA Engels
Opdrachten tot controle van historische financiële informatie 100-199 Introductory Matters
Algemene uitgangspunten en verantwoordelijkheden 200-299 200-299 General Principles and Responsibilities
Risico-inschatting en het inspelen op ingeschatte risico's 300-499 300-499 Risk Assessment and Response to Assessed Risks
Controle-informatie 500-599 500-599 Audit Evidence
Gebruik maken van de werkzaamheden van anderen 600-699 600-699 Using the Work of Others
Controlebevindingen en rapportering bij een volledige set van financiële overzichten voor algemene doeleinden 700-799 700-799 Audit Conclusions and Reporting
Controlebevindingen en rapportering in het kader van bijzondere controleopdrachten 800-899 800-899 Specialized areas
ImtechVetes & schandalenImtech
ImtechImtech
In films vervullen accountants vooral een bijrol‘In de kunst’In films vervullen accountants vooral een bijrolOok als het onderscheid tussen boekhouders en accountants wordt vergeten, blijft het beroep zelf veelal op de achtergrond in films. Als het al merkbaar wordt uitgeoefend, gaat het vaak vooral over fiscale advisering. En niet altijd met oog voor het publiek belang. Integendeel, accountants zijn in films graag druk met het vinden van opmerkelijke aftrekposten of creatief boekhouden (Midnight Run, The Shawshank Redemption, Confidence).

In andere gevallen lijkt de keus om een accountant in een film op te voeren vooral ingegeven door de wens om iemand uit te beelden met een reputatie van degelijkheid. Een keurige huisvader, kantoorman of -vrouw, die braaf zijn of haar bijdrage aan de samenleving levert, tot er iets spannenders op het pad komt (Look who’s talking, Nick of Time, Hitch).

Gedenkwaardige film-accountants

Maar er zijn wel enkele gedenkwaardige film-accountants te vinden, zij het vooral in bijrollen. Zoals Eva Green als accountant Vesper Lynd, naast James Bond-vertolker Daniel Craig in Casino Royale (2006). Rick Moranis als coole financieel adviseur van een stel spokenjagers in Ghostbusters (1984). En Ben Kingsley als Itzhak Stern in Schindler’s List (1993), misschien wel de meest gedenkwaardige accountant uit de geschiedenis (ook in het echt).

Eind 2016 verscheen in de Nederlandse bioscopen de film The Accountant, met in de hoofdrol Ben Affleck. Affleck is in deze film niet alleen een autistische accountant, maar vooral een vechtersbaas en een scherpschutter, in een typisch Amerikaanse actiethriller. Een vervolg is inmiddels gepland.

In 2021 verscheen de film De Veroordeling, over de boekhouder (eigenlijk fiscaal adviseur) van de weduwe Wittenberg, die uiteindelijk werd veroordeeld voor de moord op deze weduwe. De film is nadrukkelijk documentair.

Bijdragen in Accountant

In 2019 en 2020 verscheen in het magazine Accountant een aantal bijdragen van Luc Quadackers over de rol van accountants in films. Deze bijdragen zijn beschikbaar via Accountant.nl onder de titel ‘At the movies’. In 2021 is in het blad een aantal documentaires gememoreerd. Deze zijn te vinden onder de noemer ‘docudrama’ op Accountant.nl.

Blunder bij Oscar-uitreiking

Ook het memoreren waard als het om speelfilms gaat: in februari 2017 was het de schuld van een accountant, dat tijdens de Oscar-uitreiking de verkeerde film werd aangekondigd als winnaar in de categorie 'Beste Film'.

De twee accountants van PwC, die zicht moesten houden op een goed verloop van de uitreiking, maakten een vergissing bij het overhandigen van de verzegelde enveloppen. Daardoor werd aanvankelijk gemeld dat de film La La Land de Oscar won, terwijl de prijs voor beste film moest gaan naar Moonlight. De betrokkenen moesten achteraf diep door het stof voor de gemaakte blunder.

Op de website IMDB.com is alle informatie over speelfilms beschikbaar.
Intern toezichtVormgeving van het beroepIntern toezicht
International Integrated Reporting FrameworkExterne verslaggevingInternational Integrated Reporting Framework
Internationale geldigheid accountantstitelDe opleiding tot accountantInternationale geldigheid accountantstitel
Internationalisering bedrijfslevenVormgeving van het beroepInternationalisering bedrijfsleven
Interne accountantVormgeving van het beroepInterne accountant== De intern accountant biedt de organisatieleiding kritisch tegenspel ==

De interne accountant werkt voor grote organisaties of bedrijven. Hij adviseert en controleert de verschillende afdelingen van de ondernemingen of zelfs verschillende vestigingen als die er zijn. De interne accountant heeft één klant, en dat is het bedrijf. Voor sommige grote ondernemingen kunnen er ook meerdere interne accountants in dienst zijn.'"`UNIQ--ref-0000003F-QINU`"'

Werkzaamheden intern accountant

Werkzaamheden van de interne accountant zijn bijvoorbeeld het controleren van de jaarrekening en op basis hiervan een interne accountantsverklaring afgeven. Verder voert de accountant audits uit en adviseert hij over de efficiëntie, doelmatigheid en betrouwbaarheid van de administratieve processen en bedrijfsapplicaties van de onderneming. Hiermee draagt hij bij aan een optimale functionering van deze processen en systemen, zodat de organisatie beter in staat is haar missie/visie/doelen te behalen. De accountant rapporteert zijn bevindingen bijvoorbeeld aan het College van Bestuur, de directeur of een afdelingshoofd. In sommige gevallen is de intern accountant ook een gesprekspartner voor het toezichthoudend orgaan van de organisatie, bijvoorbeeld samen met de (externe) openbaar accountant.

Samengevat zijn de taken van een interne accountant te verdelen in drie groepen:

  1. Controle en audit;
  2. Advies;
  3. Aansturing en coördinatie van de werkuitvoering.

Instituut van Internal Auditors (IIA)

Niet alle intern accountants zijn erbij aangesloten. Maar een groot aantal intern accountants wel: bij het Instituut van Internal Auditors (IIA).
Interne accountantInterne accountant
J.G.Ch. VolmerGrondleggersJ.G.Ch. Volmer
KlijnveldGrondleggersKlijnveld
KraayenhofGrondleggersKraayenhof
Kritieken op Limpergs theorie/alternatievenKritieken op Limpergs theorie/alternatieven
Kritieken op en alternatieven voor Limpergs LeerOntstaansredenen en toegevoegde waardeKritieken op en alternatieven voor Limpergs Leer
LangetermijnwaardecreatieBeroepsfundamentenLangetermijnwaardecreatie==Lange termijn waardecreatie==

Om als organisatie op lange termijn succesvol te zijn, dienen organisaties op lange termijn waarde te creëren. Alleen op die manier kunnen organisaties hun sociale license to operate behouden en hun continuïteit waarborgen.

Lange termijn waardecreatie betekent dat de organisatie op de lange termijn (langer dan 5 jaar) en voor de diverse bij de organisatie betrokken stakeholders waarde creëert door het eigen handelen. De organisatie houdt daarbij ook rekening met de gevolgen van het handelen van de organisatie in de productie- en waardeketen waar de organisatie onderdeel van is. Sturen op lange termijn waardecreatie is sinds 2016 als onderdeel van behoorlijk ondernemingsbestuur verankerd in de Nederlandse Corporate Governance Code.

Definitie

Er bestaat nog geen algemeen geaccepteerde definitie van lange termijn waardecreatie. Lange termijn waardecreatie komt voort uit het Integrated Reporting Framework van de International Integrated Reporting Council, nu onderdeel van de Value Reporting Foundation.

Lange termijn waardecreatieproces

Het Integrated Reporting Framework definieert het lange termijn waardecreatieproces als het proces dat resulteert in toename, afname of transformatie van de zes kapitalen (financieel, geproduceerd, intellectueel, menselijk, sociaal en natuurlijk kapitaal) die worden veroorzaakt door de bedrijfsactiviteiten en output. Dit proces wordt visueel als volgt weergegeven:

Lange termijn waardecreatiemodel

Historie

In het verleden bestond behoorlijk ondernemingsbestuur enkel uit het vergroten van aandeelhouderswaarde op de korte termijn. Dit is het best verwoord door Milton Friedman die in 1970 zei: The Social Responsibility Of Business Is to Increase Its Profits. Deze aandeelhoudersfocus is sinds het begin van de 21e eeuw langzaam veranderd.

De reden dat de Monitoring Commissie het thema van lange termijn waardecreatie centraal stelt, is dat naar het oordeel van de Commissie veel misstanden in het bedrijfsleven terug te voeren zijn op een gerichtheid op het behalen van winst op de korte termijn.

Een tweede door de Commissie genoemde reden is dat de snelle en disruptieve technologische ontwikkelingen en daarmee veranderende business modellen, van bestuurders vragen zich bewust te zijn van en te anticiperen op ontwikkelingen die veelal buiten de bestaande business scope van de onderneming liggen, maar wel relevant zijn voor de onderneming'"`UNIQ--ref-000000E7-QINU`"'.

Maatschappelijke relevantie

Als gevolg van de focus op aandeelhouderswaarde is tot in de 21e eeuw de interne en externe verslaggeving van organisaties gericht geweest op de financiële prestaties van de organisatie. Door de nieuwe focus op lange termijn waardecreatie wordt de interne en externe verslaggeving van organisatie uitgebreid met andere relevante informatie voor investeerders en andere stakeholders van de organisatie.

Met name de ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid leiden ertoe dat organisaties steeds meer (moeten) rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties in het bestuursverslag. Als gevolg daarvan is duurzaamheidsverslaggeving een geaccepteerd onderdeel van externe verslaggeving geworden, waarbij ook de accountant assurance kan verlenen.

Referentielijst

'"`UNIQ--references-000000E8-QINU`"'
LimpergLimperg
LimpergGrondleggersLimperg
Luca PacioliGrondleggersLuca Pacioli==De Summa '"`UNIQ--ref-000000C3-QINU`"'==

Vanaf 1489 werkt Pacioli aan zijn (misschien wel meest beroemde) boek: de Summa de Arithmetica, Geometria, Proportioni et Proportionalita (de Summa). De Summa wordt in 1494 in Milaan gedrukt. Het is een van de eerste commercieel gedrukte boeken in regulier Italiaans en een van de eerste boeken die op de drukpers van Gutenberg worden gedrukt. Het 600 pagina’s tellende encyclopedische boek geeft een overzicht van alle wiskunde die op dat moment bekend is. Het wordt gezien als de opvolger van het legendarische boek ‘Liber Abaci’ van Fibonacci uit 1202. De Summa blinkt echter niet uit in originele ideeën. Ondanks het gebrek aan originaliteit, zal de Summa als basis dienen voor de progressieve wiskundige ontwikkeling in Europa. Het richt zich niet op een apart gedeelte van de samenleving. Pacioli wil daarmee het lage opleidingsniveau opkrikken. Volgens hem is dat lage niveau te wijten aan slechte onderwijsmethoden en gebrek aan goed studiemateriaal.

De Computis et Scripturis

Het legendarische onderdeel van de Summa over het dubbelboekhouden heet De Computis et Scripturis (en werd in 1896 in het Nederlands vertaald onder leiding van Johannes Volmer). '"`UNIQ--ref-000000C4-QINU`"' Het is de eerste gepubliceerde verhandeling over de Venetiaanse dubbelboekhoudmethode. Het is een praktische handleiding over het inrichten van een financiële administratie, gelardeerd met af en toe nogal paternalistische tips, zoals: ‘niemand mag zijn werkdag afsluiten zonder dat de debet en creditkolommen op elkaar zijn afgestemd’. Maar wat doet zo’n onderwerp in een boek over wiskunde? Pacioli licht dat zelf duidelijk toe:

Opdat de geachte onderdanen van den grootmoedigen Ducis Urbini Domini Serenissimi (doorluchtige Hoogheid de Hertog van Urbino) een volledig begrip bekomen van alles, wat op den handel betrekking heeft, besloot ik, de grenzen van dit werk (de Summa) overschrijdend, nog een afzonderlijk hoogst noodzakelijk tractaat saam te stellen, en in dit tractaat alles op te nemen, opdat dit boek hun in alle voorkomende gevallen van dienst kunne zijn, zoowel wat de rekeningen (conti) en aanteekeningen, als wat de boekhouding (ragioni) betreft. Ik beoogde daarmede, hun voldoende voorschriften te geven, ten einde al hun rekeningen en boeken ordelijk te houden.’ '"`UNIQ--ref-000000C5-QINU`"'

Invloed van Pacioli’s boekhoudverhandeling

Volgens experts schort van alles aan Pacioli’s boekhoudverhandeling (voor gedetailleerde, soms aan zuurpruimerij grenzende, wordt verwezen naar Macve). '"`UNIQ--ref-000000C6-QINU`"' Het is echter niet te onderschatten wat voor enorme waarde het verzamelen, analyseren, bundelen en op begrijpelijke wijze doorgeven van kennis had, zeker in die tijd. Het was essentieel voor het ontstaan van de Renaissance dat wetenschap, kunst en zakelijke ondernemingen gezond met elkaar werden verweven. Pacioli speelde daarin een centrale rol. '"`UNIQ--ref-000000C7-QINU`"'

En al was de kennis in het werk van Pacioli niet nieuw, de verslaggevingswereld had zich zonder hem waarschijnlijk minder florissant ontwikkeld. De Computis et Scripturis heeft een grote invloed gehad op de economische ontwikkelingen, onder andere als gevolg van het inzichtelijk maken van investeringen en behaalde rendementen. Men zegt zelfs dat het werk de financiering van ontdekkingsreizen mogelijk heeft gemaakt. En zonder Pacioli waren de computer en de spreadsheet nooit zo’n commercieel succes geworden, volgens Francis Gaudette, in 1990 de CFO van Microsoft. Zelfs Bill Gates heeft dus veel aan Pacioli te danken. '"`UNIQ--ref-000000C8-QINU`"'

Leven in vogelvlucht

Luca Pacioli wordt ergens tussen 1445 en 1448 geboren in Borgo San Sepolcro (tegenwoordig Sansepolcro), een koopmansstadje in Toscane, Italië. Hij is vooral opgeleid als wiskundige en ontvangt additionele educatie van kunstschilder, briljante wiskundige en schrijver Piero della Francesca (1410-1492), een van de vooraanstaande geesten op het gebied van perspectief en de ‘gulden snede’. Della Francesca is de eerste die Pacioli stimuleert om zijn kennis toegankelijk naar buiten te brengen.

Op achttienjarige leeftijd verhuist Pacioli naar Venetië. Via Della Francesca krijgt Pacioli toegang tot de 4000 boeken tellende bibliotheek van Frederico, de Graaf van Urbino. Pacioli wordt in Venetië de inwonende privé-docent van de drie zonen van Antionio Rompiasi, een welvarend koopman. Dat doet vermoeden dat Pacioli op dat moment al behoorlijk ver gevorderd is in zijn kennisontwikkeling. Ook helpt hij Rompiasi bij zijn zakelijke activiteiten. Pacioli studeert tegelijkertijd verder in de wiskunde bij Domenico Bragadino. Hij doet dus zowel ervaring op als tutor, als ondernemersadviseur en als universitair student wiskunde. Die kennis zet hij om in zijn eerste boek over aritmetica in 1470.

Na het overlijden van Rompiasi verhuist Pacioli naar Rome en woont enkele maanden als gast bij de architect Leone Battista Alberti. Alberti is secretaris van de Pauselijke Kanselarij en heeft, ook door zijn wiskundige en wetenschappelijke activiteiten, uitstekende contacten binnen de religieuze wereld. Daar maakt Pacioli gretig gebruik van en hij begint theologie te studeren. Net als Della Francesca adviseert Alberti de jonge Pacioli om toch vooral zijn kennis toegankelijk in te zetten voor de gehele maatschappij. Na de dood van Alberti treedt Pacioli, ergens tussen 1472 en 1475, toe tot de Franciscaner Orde. Dat biedt nog meer kansen, aangezien de Kerk in die tijd oppermachtig is.

Vanaf 1477 begint Pacioli aan een rondreizend bestaan als leraar wiskunde. Van 1477 tot 1480 geeft hij les aan de Universiteit van Perugia. Daar schrijft hij zijn tweede boek over aritmetica. In de havenstad Zadar in Kroatië, toen onderdeel van het Venetiaanse Rijk, geeft hij daarna les en schrijft zijn derde boek. Geen van de drie boeken wordt overigens gepubliceerd. Alleen een exemplaar van het tweede boek heeft de tand des tijds doorstaan. Dan gaat de reis terug naar Perugia en verder naar Napels en Rome. Ook daar doet Pacioli weer belangrijke contacten op en verdiept zich verder in theologie, filosofie en wiskunde.

De Summa maakt Pacioli beroemd. Hij is de belangrijkste wiskundige van zijn tijd. Rond 1496 gaat hij in op een uitnodiging van Ludovico Sforza uit Milaan om aan het hof wiskunde te doceren. Daar ontmoet Pacioli Leonardo da Vinci, die daar hofschilder is. Ze raken bevriend. Ze zijn beiden gefascineerd door de gulden snede. Pacioli geeft les aan Da Vinci. Pacioli begint aan zijn boek Divina Proportione en Da Vinci verzorgt de illustraties.In het boek onderbouwt Pacioli het idee dat de gulden snede eigenlijk als goddelijke proportie moet worden gezien. Da Vinci schildert zijn muurschildering Het Laatste Avondmaal op basis van adviezen van Pacioli. Na een Franse inval van Milaan in 1499 vluchten Pacioli en Da Vinci en gaan na wat omzwervingen zeven jaar samenwonen in Florence.

De nadagen

Pacioli blijft zich bezighouden met wiskunde, doceren, schrijven en met de Kerk. Rond 1510 wordt Pacioli overste van zijn Orde in Florence. In de tien jaar die volgen geeft hij nog les in Perugia en Rome. Paus Leo X vraagt Pacioli in 1514 om in Rome te doceren, maar men denkt dat hij Rome nooit heeft gehaald. Waarschijnlijk sterft hij in zijn geboorteplaats Sansepolcro in 1517. Waar hij begraven ligt is onbekend.

Referenties

'"`UNIQ--references-000000C9-QINU`"'
MaterialiteitAudit & AssuranceMaterialiteit
Materialiteit door Ferry Timp
Mkb-accountantVormgeving van het beroepMkb-accountant
Mkb-accountantMkb-accountant
NBAVormgeving van het beroepNBA
NBA Young ProfsVormgeving van het beroepNBA Young Profs==Wie zijn de NBA Young Profs?==
NBA Young Profs
NBA Young Profs

De NBA Young Profs vormen een platform van actieve young professionals, die graag een inhoudelijke bijdrage wilen leveren aan en invloed willen uitoefenen op de toekomst van het accountantsberoep. Dit doen zij door onder meer te reageren op artikelen en consultaties, het medevormgeven van een gezamenlijke visie, het schrijven van blogs en het brainstormen over inhoudelijke events. De NBA Young Profs laten het geluid van de jonge generatie accountants horen en daartoe delen zij ervaringen met elkaar, uiten hun mening en dragen bij aan de ontwikkeling van de opleiding en het beroep accountant.[2]

Wanneer ben je een NBA Young Prof?

Je bent automatisch een NBA Young Prof als je aan één van deze vier voorwaarden voldoet:

  • Je bent bezig met de Praktijkopleiding
  • Je hebt een erkende opleiding tot accountant met succes voltooid, maar je staat nog niet ingeschreven in het register
  • Je staat maximaal vijf jaar ingeschreven in het register
  • Je staat langer dan vijf jaar ingeschreven in het register, maar je bent jonger dan 35 jaar.

De NBA heeft als doel om de belangen van alle accountants (en accountants in opleiding) te behartigen, waaronder ook de belangen van de NBA Young Profs. Om die reden is de commissie NBA Young Profs ontwikkeld. Deze commissie heeft een bestuur die de doelen van de commissie verwezenlijkt.[3]

Lidmaatschap van de NBA Young Profs

Er zijn zo'n 7.500 mensen die voldoen aan de voorwaarden en daarmee dus NBA Young Prof zijn.

Lidmaatschap heeft voordelen en geen verplichtingen. Je bent namelijk automatisch een NBA Young Prof als je aan één van bovenstaande voorwaarden voldoet. Maar het beroep heeft ook Young Profs nodig die actief lid zijn. Dit kan door deel te nemen aan de NBA Community (voorheen Collective Development) op het community-platform van de NBA.[4] Op dit platfom ontmoeten accountants elkaar en wisselen zij kennis en ervaring uit.

De NBA organiseert ook zelf periodiek evenementen, waaronder evenementen voor enkel Young Profs. Deze zijn vaak gratis toegankelijk. Een voorbeeld hiervan is de Young Prof Arena, wat vergelijkbaar is met ‘college tour’ maar dan voor accountants.

Je kunt ook buiten de NBA bijdragen als Young Prof, onder meer door artikelen te schrijven voor Accountant.nl , The Accountables of Accountancy Vanmorgen. Of door gewoon in gesprek te gaan met anderen. Een leuk voorbeeld daarvan is BusySeasonTalks: elke dinsdagavond worden in deze huiskamer voor accountants interessante en actuele onderwerpen besproken, waarbij je zelf ook vragen kunt stellen.

De NBA Young Profs commissie en bestuur

De commissie heeft een 7 koppig bestuur, bestaande uit, je raadt het al: NBA Young profs. Dit bestuur is opgericht in 2006. Lees hier meer over de oprichting van het NBA Young Profs bestuur. In dit bestuur zitten Young Profs met verschillende achtergronden. Lees hier wie op dit moment in het bestuur zitten. Een bestuurstermijn duurt 3 jaar en kan eenmaal verlengd worden met een termijn van 3 jaar. Wanneer een bestuurslid vertrek, wordt er een vacature opgesteld en uitgezet onder alle Young Profs.

De NBA Young Profs heeft een eigen commissie met een bestuur. Het bestuur heeft vier doelen, namelijk:

  • Het behartigen de belangen van de Young Profs;
  • Het uitdragen van de visie van de Young Profs;
  • Het vormen van een netwerk waar Young Profs hun mening kunnen uiten;
  • Het vervullen van een adviesfunctie richting het bestuur van de NBA.

De NBA Young Profs richten zich daarbij op drie pijlers: educatie, innovatie en cultuur. [5]

De kernwaarden van deze commissie zijn:  

  • Invloed uitoefenen op de toekomst van het veelzijdige beroep van accountant
  • Trots op het mooiste vak
  • Vertrouwen in het beroep uitstralen

Activiteiten NBA Young Profs

De belangrijkste activiteiten van het bestuur zijn:

  • Iedere twee jaar wordt onderzoek gedaan naar actuele thema's, waaronder bijvoorbeeld werkdruk, en de impact hiervan op NBA Young Profs. Een samenvatting en het rapport van het tweede onderzoek vind je hier. Het derde onderzoek wordt in 2022 gepubliceerd;
  • Organiseren van evenementen voor Young Profs;
  • In gesprek gaan met de achterban;
  • Artikelen schrijven op verschillende platformen, waaronder accountant.nl. Klik hier voor een overzicht van de publicaties van het Young Prof bestuur;
  • In gesprek gaan met verschillende stakeholders en daarbij de Young Profs belangen agenderen;
  • Inhoudelijke reacties geven op bijvoorbeeld consultaties.

Historie NBA Young Profs

De commissie NIVRA Young Profs (de voorganger van de NBA Young Profs) is opgericht in 2006 als een speciale belangengroep om een waargenomen kloof tussen jonge accountants en het beroep te dichten. Deze constatering is terug te vinden in een interne nota van het NIVRA van 12 september 2005. Op de Accountantsdag eind 2005 werd bekend gemaakt dat deze belangengroep een eigen commissie kreeg om het bestuur te adviseren over ontwikkelingen in het beroep. Nadat de beroepsorganisaties NIVRA en NovAA in 2016 zijn samengegaan in de NBA, is ook de NBA Young Profs commissie ontstaan.

In de beginjaren heeft de commissie zich gefocust op het verzamelen van de verschillende belangen van de Young Profs. Vervolgens is de zichtbaarheid van de NBA Young profs vergroot, maar ook die van de commissie. Dit is nodig geweest om uiteindelijk de focus te kunnen verleggen naar inhoudelijke bijdragen aan discussies of ontwikkelingen die leven in de accountancysector.  

NIVRAVormgeving van het beroepNIVRA
NOCLARBeroepsfundamentenNOCLAR
NOvAAVormgeving van het beroepNOvAA
NV-COSAudit & AssuranceNV-COS
NemaccWetenschappelijk OnderzoekNemaccDe geldelijke middelen die de NBA hiervoor beschikbaar had, waren afkomstig uit het surplusvermogen van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten (NOvAA). Dit surplusvermogen ontstond doordat de NOvAA, bij de fusie met het Nederlands Instituut van Registeraccountants (NIVRA) en op basis van de met het NIVRA afgesproken inbrengverhouding, een deel van haar eigen vermogen niet hoefde in te brengen in de nieuwe fusieorganisatie (de NBA).


Doelstelling

NEMACC was gericht op de ondersteuning van en de profilering c.q. de vergroting van de maatschappelijke betekenis van de mkb-accountant, waarbij de output van het kenniscentrum geschikt moest zijn voor praktische toepassing door alle mkb-accountants.


Organisatie

NEMACC kende een Raad, bestaande uit twee vertegenwoordigers van de EUR en twee vertegenwoordigers van de NBA. Een van de vertegenwoordigers van de NBA was tevens voorzitter van de Raad. Daarnaast waren er twee dagelijks bestuurders: een vanuit de EUR en een vanuit de NBA. Voor het uitvoeren van de onderzoekswerkzaamheden kon NEMACC primair putten uit het potentieel van aan de EUR verbonden hoogleraren, docenten en medewerkers. Indien de vereiste deskundigheid binnen de EUR niet voorhanden was, kon een beroep worden gedaan op deskundigen bij andere universiteiten en hogescholen. Omdat veel onderzoek betrekking had op het werk van mkb‑accountants, maakte NEMACC daarnaast dankbaar gebruik van de welwillende medewerking van koepelorganisaties van accountants, serviceorganisaties voor accountants en accountantskantoren zelf.


Bemensing

De samenstelling van de Raad was in de loop der jaren als volgt:

Namens de NBA Namens de EUR
Raad Dirk ter Harmsel AA RB (voorzitter van 2012 tot 2015) Prof. dr. Cees van Halem (van 2012 tot 2015)
Jochem Beekhuizen AA RB (2012 t/m 2020, voorzitter vanaf 2015 t/m 2020) Prof. dr. Martin Hoogendoorn RA (van 2017 t/m 2020)
drs. Sietze Groustra AA RB MBA (vanaf 2015 t/m 2020) Prof. Hans Gortemaker RA (van 2012 t/m 2020)
Dagelijks bestuur/ directie drs. Frans van Schaik AA RA (2012 t/m 2020) dr. Antoinette Rijsenbilt (2012 t/m 2020)

Output

Door NEMACC is een groot aantal onderzoeksprojecten uitgevoerd. Die onderzoeken hebben geresulteerd in (semi)wetenschappelijke onderzoeksrapportages en beknopte en praktische brochures. Daarnaast heeft NEMACC met enige regelmaat symposia georganiseerd waar de uitkomsten van die onderzoeken werden gepresenteerd.


De onderzoeken van NEMACC omvatten drie onderzoeksgebieden:

(1) vaktechniek;

(2) de adviesfunctie; en

(3) kantoormanagement.

Ad (1) Onderzoeken "vaktechniek"

Vktechniek

'"`UNIQ--section-000000E1-QINU`"''"`UNIQ--section-000000E2-QINU`"'
Niet-pluis-gevoelOordeelsvormingNiet-pluis-gevoelNiet-Pluis Gevoel is miljoenen waard

Casus Pathé CEO-fraude

Hoe is het mogelijk dat zowel een algemeen directeur als een financieel directeur meer dan 19 miljoen euro overmaken naar een fraudeursbende? Het overkwam Dertje Meijer en Edwin Slutter tijdens een cyber-crime incident bij bioscoopketen Pathé op 8 maart 2018. Via een gehackt e-mailadres leek het alsof het betaalverzoek kwam van hun ‘baas’, de bestuurder van het Franse hoofdkantoor. Meerdere malen werden ze verzocht om geld over te maken voor de ‘geheime’ overname van een bedrijf in Dubai. Beide Nederlandse topbestuurders twijfelden wel over de gang van zaken maar durfden niet even met de baas te bellen. De reden: het voelde niet pluis maar ze durfden er niet naar te handelen. 

Het niet-pluis gevoel komt van het werkwoord ‘pluizen’ ofwel plukjes wol ergens van afhalen. Iets voelt niet in orde zelf onbetrouwbaar. Volgens de Autoriteit Financiële Markten mogen Accountants meer vertrouwen op het niet-pluis gevoel. Het vormt een belangrijk onderdeel van de professioneel kritische instelling waarmee de accountant impliciete signalen van fraude opvangt. Dat onbestemde gevoel is dus niet iets om weg te stoppen maar nodigt uit om iets verder uit te pluizen. 

Er zijn verschillende redenen waarom professionals niet luisteren naar hun onderbuikgevoelens. Binnen de accountancy vormen tijdsdruk en autoriteit de belangrijkste redenen. De druk vaak hoog waardoor mensen onvoldoende tijd hebben om alle informatie te verwerken. Om snel beslissingen te maken vallen mensen daarom terug op generalities. Dat kan tijd schelen, maar kan de accountant ook vatbaar maken voor invloed van fraudeurs. In het boek Influence omschrijft Cialdini zeven generalisaties waarop mensen hun keuzes baseren. Zo stelt een van die regels dat autoriteit ervoor zorgt dat mensen hun eigen intuïties uitschakelen en de opdracht uitvoeren. Zoals in bij Pathé ook is gebeurd. De hiërarchie in het bedrijf was zo sterk dat een email van de baas simpelweg nooit in twijfel wordt getrokken.

Bij Pathé ontbrak er een cultuur van psychologische veiligheid waarin werknemers hun twijfels durven delen, vragen kunnen stellen of half-affe ideeën uitspreken. Een psychologisch veilige cultuur waarin deze gedragingen zijn genormaliseerd maakt accountants weerbaar tegen invloed van fraudeurs. Hierdoor zullen ze eerder geneigd zijn om te handelen naar hun niet-pluis gevoel en daardoor meer pki- tonen in hun werkzaamheden. Volg je niet-pluis gevoel, het is miljoenen waard.
NivAVormgeving van het beroepNivA
NoreaVormgeving van het beroepNorea
NovakVormgeving van het beroepNovak
Nyenrode Business UniversiteitDe opleiding tot accountantNyenrode Business Universiteit
Ontstaan van en ontwikkeling in het toezichtVormgeving van het beroepOntstaan van en ontwikkeling in het toezicht
Ontwikkeling van automatisering van de controleAutomatiseringOntwikkeling van automatisering van de controle
Openbaar accountantVormgeving van het beroepOpenbaar accountant==De openbaar accountant werkt in de basis primair voor het maatschappelijk belang==

Een openbaar accountant werkt voor een accountantskantoor of heeft een eigen accountantskantoor (zelfstandig accountant). De accountant werkt met name voor Nederlandse klanten. Bij grote accountantskantoren is het ook mogelijk dat de accountant voor een buitenlandse vestiging werkt. Een openbaar accountant kan ook als freelancer aan de slag. Op deze manier krijgt de accountant veel vrijheid en ziet hij veel verschillende bedrijven.'"`UNIQ--ref-000000B4-QINU`"' '"`UNIQ--references-000000B5-QINU`"' Openbare accountants kunnen zowel de titel RA (Registeraccountant) als AA (Accountant Administratieconsulent) dragen.

Werkzaamheden openbare accountant

De werkzaamheden van een openbaar accountant lijken uiteraard veel op de werkzaamheden van de andere accountantsgroepen. De werkzaamheden zijn o.a.:

  • Assurance-opdrachten zoals wettelijke en vrijwillige controles;
  • het samenstellen van financiële informatie;
  • het verzorgen van belastingaangiften;
  • consultancy- en adviesopdrachten zoals managementadviezen en belastingadviezen;
  • transactiegerelateerde adviesopdrachten;
  • administratieve dienstverlening.
Openbare accountants dienen zich te houden aan de (beroeps)regels die door de NBA zijn opgesteld.
Openbaar accountantOpenbaar accountant
OverheidsaccountantVormgeving van het beroepOverheidsaccountant==De overheidsaccountant is een accountant in dienst van de overheid==

Een overheidsaccountant is in dienst van de overheid. Hij werkt bijvoorbeeld bij een accountantsafdeling van de overheid of bij de belastingdienst. De taken van een overheidsaccountant zijn hetzelfde als die van een interne accountant.'"`UNIQ--ref-00000000-QINU`"' Maar er zijn ook situaties waarbij de accountant in dienst van de overheid de rol vervult van openbaar accountant en de jaarrekening van de overheidsorganisatie voorziet van een controleverklaring. Dit is het geval bij de Auditdienst Rijk. Maar ook de gemeenten Amsterdam en Den Haag hebben een eigen gemeentelijke accountantsdienst waar accountants werkzaam zijn, in dienst van de overheid, maar dus ook belast met de (onafhankelijke) wettelijke jaarrekeningcontrole.

Daarnaast zijn het accountants die bijvoorbeeld werkzaam zijn bij de Belastingdienst.

'"`UNIQ--references-00000001-QINU`"'
OverheidsaccountantOverheidsaccountant
PincoffsGrondleggersPincoffs
Podcast & Video OmgevingPodcast & Video Omgeving==Luc Quadackers en Talkaboutaudit==

De podcast gaat over vergeten, onderbelichte, of op een andere manier interessante onderwerpen op het gebied van accountantscontrole. In de podcast zijn inhouds- en ervaringsdeskundigen te gast, waarbij zaken, zoveel mogelijk, (ook) worden bekeken vanuit een historisch perspectief. Een aantal van deze podcasts heeft Luc speciaal voor Auditpedia gemaakt.

Podcast 1

Tom Nierop

In deze podcast vertelt Tom Nierop over de opkomst van het internet en de sociale media en de invloed daarvan op het brengen van nieuws voor accountants. Hij doet dat vooral vanuit zijn rol als voormalig hoofdredacteur van (De) Accountant en Accountant.nl. Tom begon bij De Accountant vlak voor het Enron-schandaal. Sinds Enron is de accountant (nog) meer onder het vergrootglas komen te liggen. Met aanzienlijke gevolgen voor de hoeveelheid nieuws en discussies. Daarin hebben (De) Accountant en Accountant.nl een belangrijke rol gespeeld (en spelen die nog steeds). Deze media hebben ook een belangrijke functie in het organiseren van eigen tegenspraak binnen het beroep.

Podcast 2

Arnold Schilder

Accountant en theoloog Arnold Schilder is gepensioneerd, na een lange loopbaan in de accountancy. Hij was onder andere hoogleraar accountantscontrole (op meerdere universiteiten), vennoot bij (een voorganger van) PwC, NIVRA-voorzitter, directeur bankentoezicht bij De Nederlandsche Bank en de laatste periode chairman van de International Auditing and Assurance Standards Board. In deze podcast schetst Arnold met veel liefde voor het beroep een beeld van de accountantscontrole in de afgelopen 50 jaar, met als invalshoek de ontwikkelingen in de (inter)nationale regelgeving van de accountantscontrole. Volgens hem is er aan de fundamenten weinig veranderd. Zo vindt hij een brief van de eerste accountant, Emanuel van Dien, uit 1893 nog steeds maatgevend. Maar uiteraard komen ook Limperg en het rapport ‘de accountant, morgen?’ aan bod.

Podcast 3

Nancy Kamp-Roelands

Prof. dr. Nancy Kamp-Roelands RA MA is bijzonder hoogleraar niet-financiële informatie, integrale verslaggeving en assurance aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij begon in 1986 als financieel accountant en switchte daarna vrij snel naar milieu als speerpunt. Zij werkte lange tijd bij EY en was onder andere deputy director bij de International Auditing and Assurance Standards Board. Centraal in haar carrière staat het raakvlak tussen praktijk, onderzoek en de ontwikkeling van standaarden en richtlijnen, waarover zij ook veel heeft gepubliceerd. Nancy bleek in haar eerste koophuis op vervuilde grond te wonen. Het verbaasde haar dat over vervuiling helemaal niets stond vermeld in de jaarverslagen van de verantwoordelijke onderneming. Deze kwestie was het startpunt voor een levenslange passie voor duurzaamheid. In deze podcast gaat zij in op de historie, status quo en toekomst van het rapporteren en controleren van informatie op het gebied van sustainability.

Podcast 4

Pincoffs
Wie is toch die oudere man van het Talkaboutaudit-logo? Nou, dat is Lodewijk Pincoffs. Iedere zichzelf respecterende accountant kent Pincoffs als de man die, ongewild, mede aan de wieg stond van het accountantsberoep. Dat Pincoffs het brein was achter de ontwikkeling van het Havengebied in Rotterdam is veel minder bekend. Net als de precieze toedracht van de gigantische fraudeaffaire.
Positieve versus negatieve controleAudit & AssurancePositieve versus negatieve controle
Professional skepticism als basisOordeelsvormingProfessional skepticism als basis
R.A. DijkerGrondleggersR.A. Dijker
RBRAudit & AssuranceRBR
Reglement van ArbeidAudit & AssuranceReglement van Arbeid
Runaway train: De oorsprong van het beroep, fraude en going concern?Ontstaansredenen en toegevoegde waardeRunaway train: De oorsprong van het beroep, fraude en going concern?Het beroep is ontstaan door fraude en going concern issues. Dit begon in Nederland bij Pincoffs. Daar ging een historie aan vooraf. De industriële revolutie en de Angelsaksische wereld is de basis geweest voor het ontstaan van het beroep.

Met de industriële revolutie groeiden bedrijven en ook faillisementen en fraude. De spoorwegmaatschappijen waren daar een goed voorbeeld van. In Groot-Brittannië ontstond een grote competitie tussen de spoorwegmaatschappijen om het spoor te vier à vijf voudigen. Hierbij  beloofden zij gouden bergen aan mogelijke investeerders. De grootheidswaanzin bij de aanleg van de spoorwegen bracht grootse fraude en corruptie met zich mee. Een van de favoriete trucs was om de premies bij uitgifte van aandelen te registreren als winst waaruit dividenden konden worden betaald. Bij latere aandelenemissies konden hierdoor hogere premies worden gevraagd.

William Welch Deloitte stelde de wanpraktijken bij de spoorwegmaatschappijen aan de kaak. Hij was opgeleid bij de faillissementsrechtbank in Londen. Hij werd ingeschakeld door bezorgde aandeelhouders in de Great Western Railway en ontdekte grote boekhoudkundige schandalen. De accountant kreeg onmiddellijk de taak om de boeken van het bedrijf periodiek te controleren. Hij werd de eerste onafhankelijke, externe accountant van een groot bedrijf. Het certificaat van de juistheid werd geïntroduceerd, wat de controleverklaring werd. Dit ontwikkelde zich van juistheid naar “getrouw beeld”.

Auteurs: Alice Nottet, Petra Tijmstra, Sjoerd Kurstjens
Sector EU AuditPublieke institutenSector EU Audit== EU Audit == Iedere lidstaat van de Europese Unie (EU) is verplicht om audits uit te voeren naar Europese fondsen. In Nederland zijn deze taken en verantwoordelijkheden belegd bij de Auditdienst Rijk (ADR) specifiek de sector EU. Deze sector is gericht op de uitvoering van audits van (Europese) geldstromen, met name de subsidies en haar onderliggende systemen. Over de resultaten van zijn audit rapporteert de ADR rechtstreeks aan de Europese Commissie in Brussel. Binnen de sector heeft de auditmanager de rol als hoofd auditautoriteit van de Europese Structuur- en Migratiefondsen en een andere auditmanager, die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de certificerende audits van Europese Landbouwfondsen. De werkzaamheden voor verschillende fondsen worden uitgevoerd op basis van Ministeriële besluiten (aanwijzingsbesluiten) van diverse ministers. Een bijzonder aspect van de controle van Europese geldstromen is dat er veel aandacht is voor de vraag of de besteding EU-conform is en of de beoogde output gerealiseerd is.
Sector Financial AuditPublieke institutenSector Financial Audit==Financial Audit==

De sector Financial Audit (FA) bestaat uit financial auditors die zich primair inzetten voor de uitvoering van de controleopdrachten voor de wettelijke taak verspreid over de hele Rijksoverheid. De sector FA vervult de centrale rol voor alle financial audits.

De meeste financial auditors worden ingezet op een jaarrekeningcontrole. Dit kan bij een departementaal team (een ministerie of agentschap) of een horizontaal team. De horizontale teams controleren rijksbrede thema’s en processen voor meerdere departementen tegelijk.

Naast de wettelijke taak zijn er ook vraaggestuurde opdrachten. Dit zijn opdrachten die op verzoek van een ministerie worden uitgevoerd. De opdrachtgever gebruikt de rapporten van de Auditdienst Rijk (ADR) om interne knelpunten aan te pakken of vroegtijdig te signaleren. Aan vraaggestuurde opdrachten ligt geen wettelijke basis ten grondslag.

Eveneens zijn er grote projecten. De Tweede Kamer kan een bepaald project als groot project aanwijzen. Grote projecten hebben een politieke gevoeligheid en daarom dient de verantwoordelijke minister de Tweede Kamer met voortgangsrapportages op de hoogte te houden. De ADR onderzoekt de rapportages, in opdracht van de betrokken minister, en geeft daarbij rapporten af welke naar de Tweede Kamer gaan. Financial auditors onderzoeken hier de financiële aspecten van de voortgangsrapportages.
Sector IT AuditPublieke institutenSector IT Audit==IT audit==

De sector IT audit voert audits uit waarbij wordt getoetst of de huidige IT-omgeving goede ondersteuning biedt aan bedrijfsprocessen en of deze toekomstbestendig is. Mede door de digitalisering en kantoorautomatisering is een juist werkende IT-omgeving essentieel. Bij sector IT is het onderscheid tussen wettelijke taak en vraaggestuurde onderzoeken belangrijk. Sector IT voert voor de wettelijke taak voornamelijk onderzoek uit op de (financiële) systemen die van belang zijn voor de jaarrekeningcontrole. Door het uitvoeren van vraaggestuurde onderzoeken biedt de sector IT handelingsperspectief aan de verschillende opdrachtgevers binnen de Rijksoverheid. Bij de sector IT zijn er een aantal themagroepen opgezet waar de sector IT deskundige op een gebied bij elkaar in een themagroep laten werken. De themagroepen op dit moment betreffen; algoritmes, analytics, cyber, Oracle, privacy en SAP.

Algoritmes

Algoritmes worden op steeds meer plaatsen in ons leven gebruikt, ook binnen de Rijksoverheid worden algoritmes toegepast, maar liefst 63% van de ministeries gebruikte in 2018 een vorm van een algoritme in het primaire proces. Door deze mate van automatisering is de vraag naar betrouwbaarheid, vertrouwen en integriteit van een algoritmes enorm gegroeid. Middels pilots wordt er binnen de sector IT geanalyseerd hoe algoritmes geaudit kunnen worden ten behoeve van de jaarrekeningcontrole.

Analytics

Het ADR Analytics team zet de kracht van data-analyse in ter ondersteuning van het auditproces en met name bij de jaarrekeningcontrole. Middels data-analyse wordt data bewerkt en verrijkt. Hierdoor wordt de data inzichtelijker gemaakt ten behoeve van de gegevensgerichte controleaanpak bij de jaarrekeningcontrole.

Cyber

De themagroep Cyber heeft het doel om specialistische cybersecuritykennis actief over te dragen aan IT-auditors binnen de ADR. Hierdoor wordt de kennis verbreed binnen de sector IT en kunnen er betere audits worden uitgevoerd.

Oracle en SAP

De themagroepen Oracle en SAP richten zich met specifieke kennis op de ERP-systemen Oracle en SAP ten behoeve van de jaarrekeningcontrole bij verschillende onderdelen van de Rijksoverheid. Door specialistische kennis en het bijhouden van de ontwikkelingen op systeemniveau kunnen controleteams een adequater de risico’s inschatten bij het beoordelen van general IT controles.

Privacy

De themagroep privacy ontwikkelt instrumenten om de auditors te ondersteunen in de uitvoering van privacy gerelateerde onderzoeken. Sinds 25 mei 2018 is de AVG in werking getreden. De Rijksoverheid verwerkt veel gevoelige en bijzondere persoonsgegevens van burgers. Hierdoor is de inrichting en beheersing van informatiehuishouding conform deze wetgeving essentieel. Middels audits omtrent de inrichting van de informatiehuishouding van de Rijksoverheid kan de ADR inzicht en/of zekerheid geven bij beheersing ban de privacy risico’s.
Sector Operational AuditPublieke institutenSector Operational Audit== Operational audit ==

De sector operational audit (OA) voert op vraaggestuurde basis onderzoeken uit binnen alle onderdelen van de Rijksoverheid. Vraaggestuurd is op verzoek van politieke of ambtelijke leiding van een ministerie. De verzoeken zijn divers; van een intern proces binnen een afdeling tot het in kaart brengen van de cultuur van een dienstonderdeel. De Rijksoverheid is voortdurende in beweging als gevolg van maatschappelijke en technologische ontwikkelingen en daarmee samenhangende veranderingen in politieke prioriteiten.

De onderzoeken vinden plaats in een multidisciplinair perspectief over de bedrijfsvoering en de ADR geeft hierover een advies. Daarom heeft de sector OA deskundigen op gebied van verandermanagement, risicomanagement, systeeminterventies, programma- en projectmanagement. Zij hebben kennis van interne beheersing, in hoe organisaties hun doelen beter kunnen bereiken en het onderzoeken daarvan. Naast de kennis hebben de medewerkers een passende studieachtergrond zoals bestuurskunde eventueel aangevuld met de opleiding Register Operational Auditor (RO).

Management control auditing

Bij operational auditing gaat het om het onderzoeken van het proces van sturing en beheersing van organisaties en processen. Hierbij worden niet alleen de ‘harde’ procesmatige aspecten onder de loep, maar is er ook aandacht voor de zogenaamde ‘soft controls’ zoals: integriteit, organisatiecultuur, houding en gedrag, samenwerking en leren en ontwikkelen.

Van assurance provider naar insight provider

De audits van de sector OA zijn Rijksbreed wat inzicht biedt in onderwerpen die spelen over de grenzen van een ministerie heen en verbanden leggen. Internal Audit als vak beweegt zich van assurance provider naar insight provider en daar dragen operational auditors aan bij door handelingsperspectief te bieden aan opdrachtgevers.

Onderzoeksdomeinen

In de strategische auditagenda heeft de Auditdienst Rijk een aantal onderzoeksdomeinen opgenomen waar de ADR als organisatie leidend in is. In een aantal van deze domeinen speelt de sector OA een grotere rol. Onderdelen op de onderdelen interne beheersing, organisatie (governance) en beleid is de sector OA actief. Daarnaast zijn cultuur, houding en gedrag (‘soft controls’) belangrijke aspecten van de strategie om het verander- en absorptievermogen te versterken. Het hebben van kennis van menselijk gedrag en hoe dat gedrag effectief te beïnvloeden, is daarbij een essentiële voorwaarde om organisatieverandering te kunnen realiseren.

Een bestuurlijke inrichting met een juiste mix van beheersinstrumenten (soft en hard controls) draagt bij aan een goede werking van het (nieuwe) systeem. Wij ondersteunen onze opdrachtgevers op dit terrein door onderzoek te doen naar bijvoorbeeld ketensamenwerking en de beheersing van decentraal belegde taken. Daarnaast voeren wij onderzoeken uit op het gebied van veranderprogramma’s, zoals naar de aansluiting van de aanpak van een veranderprogramma op de doelstelling, het absorptievermogen van uitvoeringsorganisaties, ongeschreven regels en de monitoring van gewenste veranderprocessen.

Vaktechnische thema’s

Om vaktechnische- en inhoudelijke kwaliteit te verhogen en kennisdeling en innovatie te bevorderen werkt de sector OA uit drie thema’s:

Verandermanagement

Vanuit de Auditdienst Rijk ondersteunt de sector OA de opdrachtgevers bij verandervraagstukken door het bieden van handelingsperspectief gebaseerd op onderzoeken en kennis en ervaring. Hiervoor zijn auditors die kennis dragen van succesvol veranderen en verandervraagstukken.

Programma- en projectmanagement

Het doel van het thema programma- en projectmanagement is om de kennis en auditervaring van programma- en projectmanagement bij elkaar te brengen, te verdiepen, te verbreden en deze in de praktijk toe te passen.

Vanuit de onafhankelijke rol van de ADR wordt aan opdrachtgevers een uitspraak gedaan over objecten in een programma. Dit draagt bij aan het succes van een programma en project. Verder toetst de sector OA periodiek de projectbeheersing van bepaalde projecten die een langere doorlooptijd hebben zoals de Joint Strike Fighter F34. Onderzoeken vinden niet enkel achteraf plaats maar kan ook bij het vormgeven van een project of tussentijds.

Netwerk facilitators ADR

Om de klant inzicht te geven in bepaalde processen maakt de ADR gebruik van facilitators. De facilitator is er om op neutrale wijze het proces te begeleiden, zodat de opdrachtgever en de deelnemers zich kunnen focussen op de inhoud. De facilitators kunnen verschillende soorten sessies begeleiden, zoals risico-sessies, dialoogsessies of brainstormsessies. Ook kunnen facilitators helpen met het ‘lean’ maken van een proces of het begeleiden van een ronde-tafel bijeenkomsten.
Standaarden duurzaamheidExterne verslaggevingStandaarden duurzaamheid{| class="wikitable"

|- !Standaard !Doel !Organisatie !Gebruikers !Verplicht !Shareholder/Stakeholder focus |- |SASB Standards |Bedrijven helpen bij bekendmaken van financieel materiële duurzaamheidsinformatie aan investeerders. |Sustainability Accounting Standards Board (SASB) |Wereldwijd |Nee |Shareholder |- |Integrated Reporting Framework |Rapportage framework voor het opstellen van een geïntegreerd jaarverslag waarin organisaties aangeven hoe zij duurzaam opereren en (maatschappelijke) waarde opleveren voor de korte, middellange en lange termijn op basis van de zes kapitalen (financieel, geproduceerd, intellectueel, menselijk, sociaal en natuurlijk). |International Integrated Reporting Council (IIRC) |Wereldwijd |Nee |Stakeholder & Shareholder |- |Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol) |Een internationale standaard voor de boekhouding en rapportage van broeikasgassen door bedrijven. |World Resources Institute (WRI) en World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) |Wereldwijd |Nee |Stakeholder |- |Global GHG Accounting and Reporting Standard |PCAF heeft een open-source wereldwijde GHG-boekhoudstandaard voor de financiële sector ontwikkeld. |Partnership for Carbon Accounting Financials (PCAF) |Wereldwijd |Nee |Stakeholder |- |GRI Standards |Een veelgebruikte standaard voor duurzaamheidsverslaglegging. |Global Reporting Initiative (GRI) |Wereldwijd |Nee |Stakeholder |- |European Sustainability Reporting Standards (ESRS) |Standaarden in ontwikkeling om rapportage op basis van de Corporate Sustainability Reporting Standards (CSRD) mogelijk te maken. |European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) |Europa |Ja, vanaf rapportagejaar 2024 |Stakeholder en Shareholder |- |IFRS Sustainability Disclosure Standards |Een nieuw internationaal duurzaamheidsstandaard. |International Sustainability Standard Board |Wereldwijd |Nee |Shareholder |- |TCFD recommendations |Een standaard om informatie over financiële risico's en kansen over de impact van klimaatverandering te rapporteren. |Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TCFD) |Wereldwijd |Verplicht: - 2021, Nieuw Zeeland

- 2022, Verenigd Koninkrijk |Shareholder

|}
StarreveldGrondleggersStarreveld
SteekproevenSteekproevenEen steekproef is een selectie uit een populatie.

Als je niet integraal kunt controleren, maar je noodgedwongen moet beperken tot een steekproef, kan je proberen zo veel mogelijk elementen van die populatie te onderzoeken. Waarschijnlijk is het verstandig om die elementen niet volkomen onwillekeurig ("random") te kiezen maar risicogericht. Zo hoop je met zo weinig mogelijk inspanning zo veel mogelijk fouten op te sporen. Dat is controle met een steekproef zoals bijvoorbeeld de Douane dat doet in de Rotterdamse haven.

Dat is geen steekproefcontrole zoals de standaarden dat graag zien. In de COS is een steekproef een selectie uit een populatie met als doel een oordeel over die populatie te geven. Als je dus, bijvoorbeeld 10% van alle elementen van de populatie controleert moet de uitkomst van die controle van die 10% iets zeggen over die andere 90%, bijvoorbeeld een beslissing om die 90% ook, of juist niet, te gaan controleren.

Belangrijk verschil bij steekproefcontroles is de vraag of je gaat schatten of toetsen.

Toetsen betekent dat je aanneemt dat de populatie een materiële fout bevat totdat je voldoende correcte uitkomsten hebt gezien om die aanname te verwerpen. Je zou kunnen zeggen "guilty until proven innocent". Door te kiezen welke fout je materieel vindt en welk risico je mag lopen om ten onrechte goed te keuren kan je de minimaal noodzakelijke steekproefomvang uitrekenen.

Schatten betekent dat je aanneemt dat de populatie geen materiële fout bevat, maar op die aanname terugkomt als je te veel of te grote fouten vindt in de steekproef. "Innocent until proven guilty", dus.

Als je door welke oorzaak dan ook een te kleine steekproef trekt, zal je bij schatten te weinig fouten vinden en dus goedkeuren. Bij toetsen heb je te weinig correcte uitkomsten om goed te keuren. Toetsen is dus een betere methode dan schatten, omdat er een ingebouwde beveiliging in zit tegen ten onrechte goedkeuren door te weinig waarnemingen.

Om de verschillende methoden te beschrijven kijken we vervolgens naar de populatie. Een populatie van posten levert een steekproef van posten. Als je daarop gaat toetsen krijg je in principe ook een resultaat in posten. Dat kan je bijvoorbeeld doen bij proceduretesten of IPE ("information provided by the entity") testen. Wil je toch een uitkomst in geld, dan zul je heel wat wiskunde van stal moeten halen. Voorraadopnames is daar een voorbeeld van, en waarom wordt te zijner tijd daar uitgelegd.

Een populatie van geld levert een steekproef van geld. Elke euro evenveel kans op selectie geven betekent elke regel van je bestand een kans geven evenredig met het (positieve) bedrag aan euro's op die regel. Geldsteekproeven gecombineerd met toetsen is de meest voorkomende manier van steekproefcontrole op verantwoordingen. Mocht die toets mislukken (doordat er meer fouten worden gevonden dan vooraf was toegestaan) dan ga je over op een schatting van de noodzakelijke correctie. Als die correctie voldoende betrouwbaar en nauwkeurig kan worden geschat, zou de controleur kunnen goedkeuren na correctie. Zie hiervoor het elders beschreven verkeerslicht.
Steekproef populatie door Ferry Timp
Een postensteekproef is dus een selectie uit een populatie posten waarbij elke post evenveel kans op selectie heeft. Zo'n post is dan goed of fout en op basis van het totaal aantal foute posten kan je een uitspraak doen over het aantal foute posten in de populatie, of, als je niet opziet tegen wat wiskunde, over het foutbedrag in de populatie.

Een geldsteekproef is dus een selectie uit een populatie van euro's, waarbij je euro's steekt die leiden naar te controleren posten. Controle van die posten geeft een uitspraak over de foutfractie (of "tainting") van de gestoken euro's waarmee je iets kan zeggen over het foutbedrag in de populatie.

Hoe dat concreet gaat, komt later.
SternheimGrondleggersSternheim
Test subartikelTest subartikel
The accountablesVormgeving van het beroepThe Accountables
Tijdlijn grondleggersGrondleggersTijdlijn grondleggersDe tekening van onderstaande tabel is onderhanden.
Naam Periode leven Waarom grondlegger?
Luca Pacioli 1445-1517 1494 - Dubbel boekhouden
Pincoffs 1827-1911 De fraudeur waar het allemaal mee begon
J.G.Ch. Volmer 1865-1935 Systematische studie van de accountancy
Klijnveld 1874-1945 Grondlegger KPMG
Limperg 1879-1962 Aartsvader van de Nederlandse accountants – Leer van het gewekte vertrouwen
Sternheim 1885-1940 Leerboek der accountancy
Arthur Andersen 1885-1947 Accountantsverklaring is eerder het beginpunt dan het eindpunt – Think straight talk straight
Kraayenhof 1899-1945 Structurering regelgeving financiële rapportage
Van Dien 1893 – Eerste gevestigde accountant
1895 – Oprichting NivA
1948 – Oprichting NOvAA
1967 – Oprichting NIVRA
Starreveld 1907-1995 Automatisering van administraties
A.B. Frielink 1917-1998 Grondig fundament Administratieve Organisatie
Hans Blokdijk 1935-2013 Uitgesproken, deskundig en betrokken professional.
2013 – Oprichting NBA
Brenda Westra 1967-2015 Rebel accountant
Toezicht op accountantsorganisatiesPublieke institutenToezicht op accountantsorganisaties==Waarom houden we toezicht op accountantsorganisaties?==

Het maatschappelijk verkeer moet kunnen vertrouwen op het oordeel van accountants(organisaties) in de door hen afgegeven controleverklaringen. De controleverklaring voegt zekerheid toe aan de jaarrekening en draagt bij aan het vertrouwen daarin van een grote groep gebruikers, waaronder beleggers, banken, crediteuren, financieel analisten en consumenten. Het gaat bij vertrouwen niet alleen over de vraag of de informatie in de verslaggeving een getrouw beeld geeft van de werkelijkheid, maar ook over de vraag of deze informatie op een betrouwbare en deugdelijke wijze tot stand is gekomen en is weergegeven in de verslaggeving. Als achteraf door de maatschappij wordt geconstateerd dat de informatie niet betrouwbaar is, ondermijnt dit het vertrouwen van de maatschappij in de onderneming(sleiding) en als afgeleide ook in de accountant(sorganisatie) en de controleverklaring. Dat vindt haar weerslag op de gehele sector. Accountants moeten onafhankelijk zijn en zich houden aan de fundamentele beginselen uit hun gedrags- en beroepsregels. Zij mogen zich niet laten leiden door commerciële of persoonlijke belangen, maar moeten het publieke belang centraal stellen.

Sinds wanneer is er toezicht op accountantsorganisaties

De Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) is inwerking getreden op 1 oktober 2006 tegen de achtergrond van een aantal schandalen (ENRON, Parmalat, Ahold, KPN Quest en Worldcom). Vanaf dat moment houden we toezicht op accountantsorganisaties.

Waarop houden we toezicht?

Accountantsorganisaties en externe accountants die wettelijke controles uitvoeren moeten voldoen aan een aantal vereisten. We houden toezicht op de naleving van deze vereisten. Deze vereisten volgen uit de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta), nader uitgewerkt in het Besluit toezicht accountantsorganisaties (Bta), het Besluit Instelling Audit Commissies (BIAC) de EU Verordening 537/2014.

We houden toezicht op accountantsorganisaties die wettelijke controles verrichten. Andere werkzaamheden of diensten van accountantsorganisaties en hun netwerkorganisaties, waaronder de vrijwillige controles, vallen niet onder ons toezicht. De werkzaamheden van accountants anders dan wettelijke controles vallen onder het toezicht van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA).

Het toezicht voor de accountantsorganisaties met een vergunning voor het uitvoeren van wettelijke controles, niet zijnde OOB-ondernemingen, werd tot 1 januari 2022 uitgevoerd door de SRA en de NBA, op basis van convenanten met de AFM. Vanaf 1 januari 2022 wordt het toezicht op alle vergunninghoudende accountantsorganisaties uitgevoerd door ons.

Hoe houden we toezicht?

Het toezicht op accountantsorganisaties bevat onder meer de volgende taken: vergunningverlening, onderzoeken, signalen & incidenten, geschiktheidstoetsingen, advisering wet- en regelgeving en internationale samenwerking. Deze taken worden hierna nader toegelicht.

Vergunningverlening

Om wettelijke controles te mogen controleren moet een accountantsorganisatie een vergunning van de AFM hebben. Wij verzorgen het proces van vergunningverlening.

Onderzoeken

In onze onderzoeken bij accountantsorganisaties staan de volgende niveaus centraal:

- de wettelijke controles

- het stelsel van kwaliteitsbeheersing

- gedrag- en cultuuraspecten bij accountantsorganisaties.

We maken op basis van risico-analyses keuzes wat we willen onderzoeken, rekening houdend met wat de wet van ons vereist. Hierbij worden ook nieuwe of toekomstige risico’s geanalyseerd. We stellen hierbij prioriteiten om onze capaciteit effectief in te zetten.

We voeren verschillende type onderzoeken uit, zoals:

·        Kwaliteitsbeoordelingen, waarin we toetsen of wet- en regelgeving is nageleefd;

·        Themaonderzoeken, veelal een verkennend onderzoek, om inzicht op een onderwerp te vergroten;

·        Incidentonderzoeken, waar we onderzoek doen naar een vermeende overtreding al dan niet na een incidentmelding.

Onderzoeken starten we veelal met het opvragen van schriftelijke informatie. Na de analyse van deze informatie volgen vaak interviews met vertegenwoordigers van de betreffende accountantsorganisatie(s) zoals bijvoorbeeld beleidsbepalers, externe accountants en andere medewerkers. Deze informatie gezamenlijk leidt tot observaties, bevindingen en/of ‘good practices’, die we verwoorden in rapporten per accountantsorganisatie, al dan niet gevolgd door een publiek rapport.

We kunnen verschillende toezichtinstrumenten inzetten, variërend van informele beïnvloeding, zoals de dialoog aangaan en voorlichting geven, tot (in)formele handhavingsmaatregelen, zoals bijvoorbeeld normoverdragende gesprekken, waarschuwingen tot opleggen van boetes. De doelstelling is om dit instrumentarium op een consistente wijze in te zetten en te kiezen voor een instrument op basis van effectiviteit. Voordat we overgaan tot een maatregel, doen we altijd onderzoek. Daarna bepalen we welke maatregelen daar het beste bij passen.

Enige voorbeelden van onze onderzoeken zijn:

-       Intern KwaliteitsOnderzoek (IKO) geeft grip op kwaliteit wettelijke controles accountant | december | AFM Professionals (9 december 2021). Uit dit onderzoek komt dat we overwegend positief zijn over het inzicht dat het Intern KwaliteitsOnderzoek (IKO) bij OOB-organisaties heeft in de kwaliteit van hun wettelijke controles. Uit het onderzoek komen ook mogelijkheden om het IKO te versterken en te vernieuwen.

-       Raden van commissarissen hebben impact, wel verschillen tussen accountantsorganisaties | oktober | AFM (13 oktober 2021). Dit onderzoek naar de impact en de werkwijze van de raden van commissarissen (rvc’s) van de OOB-accountantsorganisaties laat aan de hand van praktijkvoorbeelden zien hoe de rvc’s van de zes OOB-accountantsorganisaties werken. Daarmee biedt de AFM-handvatten voor het verder vormgeven van intern toezicht.

-       Accountantsorganisaties kunnen beheersing corruptierisico’s verbeteren | mei | AFM Professionals (20 mei 2021). Uit dit onderzoek komt dat het noodzakelijk is dat accountantsorganisaties hun kennis over corruptierisico’s vergroten en beter onderhouden tijdens trainingen en vaktechnisch overleg. We delen hiervoor verbeterpunten en goede voorbeelden, zodat zij hun organisatie hierop kunnen toetsen en aanpassen.

-       AFM deelt aanbevelingen om auditcommissies te versterken in hun rol bij controle jaarrekening | feb | AFM Professionals (9 februari 2021). Dit onderzoek richt zich op de rol van auditcommissies van OOB’s bij het selecteren van een accountantsorganisatie en het monitoren van diens wettelijke controle. Met de observaties en aanbevelingen willen we auditcommissies versterken in de uitvoering van deze rol.

-       Big4-accountantsorganisaties op goede weg met randvoorwaarden voor kwaliteit | juli | AFM Professionals (15 juli 2020). Dit onderzoek richt zich op belangrijke randvoorwaarden voor een goede kwaliteit van wettelijke controles. We beoordeelde de resultaten van de kwaliteitsslag van Deloitte, EY, KPMG en PwC en keek naar: hoe hun besturen werken aan de kwaliteitsgerichte cultuur, sturen op kwaliteit en hoe zij instrumenten inzetten om die kwaliteit duurzaam te borgen.

Meer van onze onderzoeksrapporten vind je hier:

Onderzoeksrapporten toezicht accountantsorganisaties | Accountantsorganisaties | AFM Professionals

Meldingsplicht voor accountantsorganisaties

We beoordelen signalen en incidenten. Deze ontvangen we onder meer vanuit de meldingsplicht voor accountantsorganisaties. Een accountantsorganisatie is wettelijk verplicht om een aantal situaties melding te doen aan de AFM. Voor een volledig overzicht van verplichte meldingen zie: Verplichte meldingen accountantsorganisaties | Accountantsorganisaties | AFM Professionals

Geschiktheidstoetsingen

Bestuurders en interne toezichthouders van accountantsorganisaties met een vergunning voor het verrichten van wettelijke controles bij organisaties van openbaar belang (OOB-accountantsorganisaties) moeten naast betrouwbaar ook geschikt zijn voor de uitvoering van hun taak. We toetsen de geschiktheid voor de huidige functie op basis van de relevante artikelen in de Wta en Bta, zoals artíkel 15 Wta: ‘De betrouwbaarheid van de personen die het dagelijks beleid van de accountantsorganisatie bepalen of mede bepalen staat buiten twijfel.’

Nationale en internationale samenwerking

We zijn vertegenwoordigd in nationale en internationale samenwerkingsverbanden.

Nationaal werken we veel samen met onder meer de NBA, de SRA en het Ministerie van Financiën. Daarnaast adviseert de Commissie Financiële verslaggeving & Accountancy ons over Europese en Nederlandse wetgevende en beleidsmatige initiatieven op het gebied van financiële verslaggeving en accountancy. De commissie bestaat uit externe deskundigen op het gebied van financiële verslaggeving en accountancy.

Ook internationaal is voor ons een belangrijke rol weggelegd, onder meer in de bijdrage aan standaarden, de bevordering van internationale samenwerking en de harmonisatie van toezicht. Accountantsorganisaties zijn internationaal georganiseerd en opereren vaak in netwerkverband over landgrenzen heen. Daarom werken we intensief samen met toezichthouders in het buitenland en nemen we deel aan internationale overlegorganen zoals het International Forum of Independent Audit Regulators (IFIAR) en de Committee of European Auditing Oversight Bodies (CEAOB). Belangrijke samenwerkingsorganen zijn hierna toegelicht.

·        Committee of European Auditing Oversight Bodies (CEAOB)

De Committee of European Audit Oversight Bodies (CEAOB) is het belangrijkste orgaan voor de Europese samenwerking op het gebied van toezicht op accountantsorganisaties. Een voorbeeld wat zoal voortkomt uit deze samenwerking, is het volgende onderzoek uit 2021:

o   AFM: voer dialoog met accountant over materialiteit in jaarrekening | november | AFM Professionals (3 november 2021). We hebben met de CEAOB verkend hoe materialiteit door de Big-4-accountantsorganisaties wordt toegepast bij wettelijke controles van Organisaties van Openbaar Belang (OOB). De inzichten geven aanknopingspunten voor een dialoog tussen gebruikers van jaarrekeningen, ondernemingen, auditcommissies en accountants. Uit de verkenning blijkt dat er enkele verschillen zijn tussen de Big-4 in hun methodologie en de toepassing daarvan bij de bepaling van materialiteit. Gebruikers kunnen de accountants daarop bevragen: hoe is de materialiteit bepaald en welke kwalitatieve aspecten zijn meegenomen? Dat kan bijvoorbeeld op de aandeelhoudersvergadering. In het rapport zijn voorbeeldvragen opgenomen die gebruikers hierbij op weg kunnen helpen.

·        International Forum of Independent Audit Regulators (IFIAR)

Op mondiaal niveau is het International Forum of Independent Audit Regulators (IFIAR) het samenwerkingsverband voor onafhankelijke toezichthouders op accountantsorganisaties. IFIAR’s missie is het publieke belang te dienen en de bescherming van beleggers te verbeteren door de kwaliteit van wettelijke (accountants)controles te verbeteren. In deze organisatie werken onafhankelijke toezichthouders samen door uitwisseling van informatie en ervaringen. Als voorbeeld van wat IFIAR doet, zie:

o   Annual Inspection Findings Survey – IFIAR

o   Microsoft Word - IFIAR IRDAM Public Report.docx , een rapport over relevante internationale ontwikkelingen in de accountancy sector.

·        International Organisation of Securities Commissions (IOSCO)

Op mondiaal niveau is de International Organization of Securities Commissions (IOSCO) de belangrijkste organisatie voor effectentoezichthouders. IOSCO is de internationale ‘standard setter for securities markets’. Dit wil zeggen dat zij algemene principes afspreekt die fungeren als uitgangspunt voor regionale en nationale toezichthouders over het toezicht op effectenmarkten. IOSCO is ook een belangrijk internationaal netwerk voor informatie-uitwisseling tussen toezichthouders. Daarnaast vormt IOSCO een belangrijke schakel met andere relevante internationale organisaties als de G20, de Financial Stability Board, het IMF en de Wereldbank. De organisatie heeft momenteel 115 leden, die samen ongeveer 95% van de effectenmarkten ter wereld reguleren.
Toezicht op verslaggevingPublieke institutenToezicht op verslaggeving==Waarom houdt de AFM toezicht op verslaggeving?==

De financiële verslaggeving van beursgenoteerde ondernemingen is een belangrijke bron voor gebruikers die zich een oordeel willen vormen over de financiële positie en prestaties van een onderneming. Beursgenoteerde ondernemingen moeten aan een aantal wettelijke eisen voldoen. De financiële verslaggeving van beursgenoteerde ondernemingen, waarvan Nederland lidstaat van herkomst is, moet voldoen aan een aantal nationale wettelijke voorschriften, internationale verslaggevingsstandaarden en overige regelgeving.

Wij houden toezicht op de verslaggeving van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen. Die verslaggeving bestaat uit financiële en niet-financiële informatie. Ons toezicht is gestoeld op de Wet toezicht financiële verslaggeving (Wtfv). Deze wet is de enige civielrechtelijke toezichtwet bij de AFM. We hebben dan ook geen bestuursrechtelijke bevoegdheden; zo kunnen we geen boetes opleggen als we in de verslaggeving onjuistheden hebben vastgesteld. We kunnen die wel aanhangig maken bij de Ondernemingskamer, net als alle andere partijen in Nederland. Naast de Wtfv is ons toezicht gestoeld op regelgeving met betrekking tot niet-financiële informatie. Het besluit niet-financiële informatie (BNFI) is sinds boekjaar 2017 van kracht. Nieuwe regelgeving, zoals de ‘Corporate Sustainable Reporting Directive’ (CSRD), is op komst.

Waarop houden we toezicht?

In 2022, hebben we van zo’n 230 ondernemingen de verslaggeving onder ons toezicht staan. Verslaggeving betreft het jaarverslag en het halfjaarverslag. Veel van deze ondernemingen moeten de gepubliceerde verslaggeving ook bij de AFM deponeren. Toezicht daarop is geregeld in de Wet Financieel Toezicht (Wft), dit is wel bestuursrechtelijk. Een onderneming kan dus wel een boete krijgen voor het te laat deponeren van de verslaggeving. Met ingang van boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2021 moeten ondernemingen hun jaarverslaggeving deponeren in ESEF-formaat (voor de verplichting is een jaar uitstel verleend, ESEF mocht al wel een boekjaar eerder vrijwillig worden toegepast). De jaarverslaggeving is daarmee machine-to-machine leesbaar in iXBRL.

Hoe houden we toezicht?

Wij gebruiken verschillende instrumenten om bij te dragen aan betrouwbare en relevante verslaggeving van ondernemingen, zowel financieel als niet-financieel. We kennen ondernemingsspecifieke onderzoeken en thema-onderzoeken. Daarnaast ondersteunt het team toezicht verslaggeving ook andere teams binnen de AFM met hun kennis van de ondernemingen en verslaggevingskennis, zoals het toezicht op prospectussen en toezicht op accountantsorganisaties.

Bij ons ondernemingsspecifieke toezicht selecteren we jaarlijks een aantal ondernemingen op basis van verschillende risicomodellen, ad random selectie en rotatie. We analyseren de geselecteerde verslaggeving en kunnen vervolgens komen tot een ‘verzoek om nadere toelichting’: vragen aan de onderneming over de verslaggeving. Als de vragen naar tevredenheid zijn beantwoord sturen we een afrondende brief. Mochten we met de onderneming afspraken hebben gemaakt over aanpassingen in de toekomstige verslaggeving, bevestigen we die in dezelfde brief. Er gaat een kopie van de brief naar de Raad van Commissarissen. Als we een materiële fout vastgesteld hebben sturen we een mededeling naar de onderneming. Dat is een formele brief (nogal juridisch in toonzetting) waarin we de onderneming van onze bevinding(-en) op de hoogte stellen. Materiële fouten moeten uiteraard in de toekomstige verslaggeving hersteld worden. We kunnen bij een mededeling de aanbeveling doen een persbericht uit te sturen om de (kapitaal-)markt binnen 10 werkdagen op de hoogte te stellen van de fout. Dit gebeurt in principe als de juiste informatie nog niet in de markt beschikbaar is. In het persbericht moet de onderneming aangeven hoe de verslaggeving er wel uit had moeten zien of, als dat niet mogelijk is binnen 10 werkdagen, dat de onderneming de fout in de aankomende verslaggeving zal corrigeren. Op eventuele persberichten van de onderneming na is het hele toezichtproces uitsluitend tussen de AFM en de onderneming: wij moeten dergelijke onderzoeken geheimhouden.

Enige voorbeelden van onderzoeken door het team verslaggeving van de AFM zijn:

-         Niet-financiële informatie: Gebruik en informatie niet-financiële aspecten in verslaggeving kan beter | feb | AFM Professionals (16 februari 2021)

-         Covid: https://www.afm.nl/nl-nl/professionals/nieuws/2020/november/rapport-effecten-coronacrisis-verslaggeving (24 november 2020)


-         Supply chain finance: AFM roept ondernemingen op tot meer transparantie over supply chain finance | jan | AFM Professionals (28 januari 2020)
TuchtrechtAudit & AssuranceTuchtrecht==Wat is tuchtrecht?==
Tuchtrechtspraak door Ferry Timp
Tuchtrechtspraak

Kortom, tuchtrecht gaat dus over de naleving en handhaving van de gedrags- en beroepsregels.

Naar aanleiding van een klacht kijkt de tuchtrechter of de accountant onder de gegeven omstandigheden tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Door de regels toe te passen op concrete gevallen brengt de tuchtrechter de voorschriften en de fundamentele beroepsbeginselen tot leven. De tuchtrechter corrigeert accountants zo nodig en geeft andere accountants een voorbeeld van hoe het niet of wel moet. Omdat tuchtrechtspraak openbaar is, kan ook de buitenwereld zien wat je wel en niet van een accountant kunt verwachten.

Het doel van tuchtrecht is de kwaliteit van de beroepsuitoefening te bevorderen. In het accountantstuchtrecht beoordeelt de Accountantskamer of een accountant zich heeft gehouden aan de wet- en regelgeving waaraan deze zich beroepshalve moet houden. Beroepshalve betekent dat het vooral gaat om wat de accountant doet in de hoedanigheid van accountant. Als een accountant met een dronken kop een ongeluk veroorzaakt of de levenspartner doormidden zaagt dan worden die feiten beoordeeld volgens het strafrecht. In de privésfeer kan de accountant tuchtrechtelijk worden aangesproken als hij/zij/hen beroepsvaardigheden inzet voor bijvoorbeeld een vriendendienst.

De beroepsregels

De regels voor accountant zijn vooral beginselen die zo nodig nader worden ingevuld door vaktechnische regels. In de Verordening Gedrags- en Beroepsregels Accountants (VGBA) staan vijf fundamentele beginselen:

·        professionaliteit;

·        integriteit;

·        objectiviteit;

·        vakbekwaamheid en zorgvuldigheid; en

·        vertrouwelijkheid.

Hoe accountants die beginselen moeten invullen, hangt vaak af van de omstandigheden van het geval. Invulling gebeurd aan de hand van NVCOS, Praktijkhandreikingen, Leidraden etc.

De tuchtrechter

Een tuchtrechter wordt nogal eens gezien als een slager die zijn eigen vlees keurt. Maar sinds de invoering van de nieuwe tuchtrechtspraak in 2009 vormen de onafhankelijke, professionele rechters de meerderheid in de tuchtcolleges. In eerste instantie oordeelt de Accountantskamer in Zwolle over de tuchtklacht. De kamer bestaat uit drie professionele rechters: een voorzitter en twee ‘bijzitters’. Verder oordelen een accountant en/of terzakekundige over de zaak.

De kamer gaat uit van het klaagschrift dat de klager heeft ingediend en haalt er geen zaken bij waarover niet wordt geklaagd. Tegenover het klaagschrift staat het verweerschrift van de accountant. De klager en de accountant lichten hun standpunten toe op de zitting. Als de accountant een verwijt overtuigend tegenspreekt, vindt de Accountantskamer dat verwijt ‘niet aannemelijk’ en de klacht op dat punt ongegrond. De Accountant kan getuigen oproepen en deskundigen inschakelen, maar doet dat in de praktijk zelden.

Als een ontevreden klager of accountant in hoger beroep gaat, komt deze terecht bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven in Den Haag. Het College kijkt aan de hand van de voorgelegde feiten en argumenten of de beslissing van de Accountantskamer juist is. Bij het college oordelen alleen professionele rechters over de zaak en worden geen accountants betrokken bij de beoordeling. Het oordeel van het College is definitief; daarna zijn er geen mogelijkheden meer om de beslissing aan te vechten.

De spelregels voor de tuchtrechtspraak zijn te vinden in de Wet tuchtrechtspraak accountantsberoep (Wtra). In de wet staat bijvoorbeeld wie er kan klagen en welke maatregelen de tuchtrechter kan opleggen.

Wie kan er klagen?

Op veel rechtsgebieden moet je belanghebbende zijn om een klacht in te dienen en een procedure aan te spannen. Je moet met andere woorden gedupeerd zijn door het handelen of nalaten van de beroepsbeoefenaar. Tegen accountants kan echter ‘een ieder’ een klacht indienen. De bedoeling van het accountantstuchtrecht is de kwaliteit van de beroepsuitoefening te bevorderen. Daarom is de drempel voor klachten met opzet laag.

Iedereen kan dus klagen en je hebt niet per se een advocaat nodig om een klacht in te dienen. Voorwaarde is wel dat je bij het indienen 70 euro aan griffierechten betaalt en dat je niet te laat bent. Vanaf het moment van de verweten gedraging heb je tien jaar de tijd om een klacht in te dienen. Als die termijn verstreken is, wordt de klacht ‘niet-ontvankelijk’ verklaard en dus niet meer inhoudelijk behandeld. Datzelfde geldt voor een tweede klacht over hetzelfde feit.

In de praktijk zijn het vooral opdrachtgevers, de tegenpartij van opdrachtgevers en toezichthouders die klachten indienen. En niet te vergeten de NBA zelf. De NBA klaagt vooral accountants aan die hun kwaliteitsstelsel niet op orde hebben en/of die onvoldoende hebben gedaan aan permanente educatie (PE). Verder kan de NBA een accountant aanklagen als die strafrechtelijk is veroordeeld. Het kan echter jaren duren, voordat een veroordeling definitief is. Soms vraagt de NBA de tuchtrechter daarom alvast de inschrijving van de accountant tijdelijk door te halen bij wijze van voorlopige maatregel.

Het komt ook voor dat het Openbaar Ministerie een accountant strafrechtelijk vervolgt én tuchtrechtelijk aanklaagt. Een tuchtprocedure is namelijk de snelste manier om een rotte appel uit de mand te halen. Als accountants steken lijken te hebben laten vallen bij wettelijke controles dient de Autoriteit Financiële Markten een tuchtklacht in. De AFM kan veel informatie vergaren over een zaak. De NBA heeft minder bevoegdheden en minder onderzoekscapaciteit. Behalve als het om het kwaliteitsstelsel en PE-zaken gaat.

De NBA en grote accountantskantoren voeren geen actief handhavingsbeleid. Daarom pleitte de Parlementaire Onderzoeks Commissie Bouwnijverheid – die in 2002 kartelafspraken bij aanbestedingen onder de loep nam – voor de invoering van een openbaar aanklager voor het accountantsberoep, die goed wordt toegerust en zo nodig vooronderzoek doet in tuchtzaken. In 2013 herhaalde de voorzitter van de Accountantskamer dit pleidooi, omdat er geen klachten binnenkwamen over interne accountants en overheidsaccountants. In 2021 is die situatie nog steeds zo. We weten dus niet of deze groep accountants zich inderdaad netjes gedraagt dan wel dat niemand er voldoende belang bij heeft een klacht tegen hen in te dienen.

Maatregelen

Als de klacht (gedeeltelijk) gegrond wordt verklaard kan de tuchtrechter een ‘maatregel’ opleggen. Die tik op de vingers komt in het gunstigste geval – althans voor de accountant – neer op een waarschuwing. Is de schending van één of meer beginselen ernstiger dan volgt een berisping. De Accountantskamer kan ook een geldboete opleggen. In de praktijk gebeurt dat vrijwel uitsluitend als accountants te weinig PE-punten hebben gehaald en dus onvoldoende hebben gedaan aan permanente educatie. De boetes daarvoor kunnen flink oplopen. Eind 2020 deelde de kamer zelfs een boete van 8300 euro uit.

Maar wat als je die boete niet betaalt? Dan word je als rotte appel voor zes maanden uit de mand gegooid. In tuchtrechtelijke termen: de inschrijving van de accountant wordt tijdelijk doorgehaald voor zes maanden. De kamer kan een tijdelijke doorhaling van maximaal drie jaar opleggen. Na afloop van die termijn kan de accountant weer gewoon aan het werk. Dat is niet zo bij een ‘gewone’ doorhaling. Dan zal de accountant zich opnieuw moeten inschrijven in het accountantsregister en kan de NBA de nieren van de gewezen zondaar proeven. Vaak verbindt de tuchtrechter ook aan de gewone doorhaling een termijn. Binnen die termijn mag de accountant zich dan niet opnieuw inschrijven in het register. De maximale duur van zo’n herinschrijvingsverbod is tien jaar.

De tuchtrechter kan de accountant geen schadevergoeding laten betalen aan de klager. Daarvoor zal de klager naar de civiele rechter moeten.

Aansprakelijkheid

Er wordt vaak gezegd dat een tuchtprocedure de opmaat is naar een civiele procedure waarin schadevergoeding wordt geëist en soms ook wordt toegewezen. Bij omvangrijke wettelijke controles is die bewering vaak juist. Zo lopen er eind 2021 verschillende tuchtprocedures tegen de accountants die de boeken van Imtech goedkeurden. Met een tuchtrechtelijke veroordeling hopen de curatoren van Imtech hun schadeclaim tegen het accountantskantoor gemakkelijker te kunnen onderbouwen.

De gedachtegang hierbij is als volgt. Wanneer je niet de opdrachtgever bent van de accountant kun je alleen een schadevergoeding claimen op grond van onrechtmatige daad. Een daad is onrechtmatig als iemand niet de zorgvuldigheid in acht heeft genomen die in het maatschappelijk verkeer betaamt. Een accountant die zich niet aan zijn eigen beroepsregels houdt, handelt maatschappelijk onzorgvuldig.

Daarmee is echter niet gezegd dat je altijd de schade moet vergoeden na een tuchtrechtelijke veroordeling. De civiele rechter kijkt namelijk of de accountant ook onzorgvuldig heeft gehandeld tegenover de klager, of de klager überhaupt wel schade heeft geleden en zo ja, of die schade is veroorzaakt door het onzorgvuldig handelen van de accountant.

Uitspraken

De accountantstuchtrechtspraak is openbaar. Elke burger kan dus een zitting bijwonen van de tuchtrechter in Zwolle (Accountantskamer) of Den Haag (College van Beroep voor het bedrijfsleven). In principe worden alle uitspraken online gepubliceerd. De uitspraken zijn in beginsel anoniem. In uitzonderlijke gevallen wordt de naam van klager vermeld of die van het kantoor waaraan de accountant is verbonden.

De Nederlandse Beroepsorganisatie voor Accountants (NBA) ziet de tuchtrechtspraak als een belangrijke bron van kennis voor een goede beroepsuitoefening. Sinds 9 juli 2010 publiceert Accountant.nl van het merendeel van de tuchtrechtuitspraken samenvattingen en annotaties in voor niet-juristen begrijpelijke taal. De samenvattingen zijn een neutrale weergave van de feiten en het oordeel dat de tuchtrechter daarover velt. De annotaties bevatten een ultrakorte weergave van de feiten en de belangrijkste lessen uit de uitspraak.

De NBA heeft twee boeken uitgegeven die hoofdzakelijk zijn gebaseerd op tuchtrechtspraak. ‘Uitglijders’ bevat de belangrijkste lessen uit het accountantstuchtrecht aan de hand van veertien thema’s uit de praktijk. ‘Rode Vlaggen’ geeft aan de hand van (tucht)rechtspraak aan hoe je als accontant fraude-, witwas- en terrosrismefinancieringssignalen kunt herkennen: de rode vlaggen. De groene vlaggen uit het boek geven de best practices weer. Beide boeken zijn online te raadplegen.

Accountantstuchtrecht in cijfers

Het jaarverslag 2020 van de Accountantskamer geeft een goede cijfermatige indruk van het accountantstuchtrecht. In dat jaar kwamen er 176 nieuwe klachten binnen. De Accountantskamer deed 148 uitspraken over ‘gewone’ tuchtklachten en 67 uitspraken in PE-zaken. Van de gewone klachten waren er 45 gegrond en en 61 ongegrond; over de resterende 42 is om diverse redenen geen inhoudelijke uitspraak gedaan.

Volgens de Accountantskamer ging het bij de 148 zaken in veruit de meeste gevallen om een (vermeende) schending van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid (115 x). Daarna volgen de fundamentele beginselen van integriteit ( 12 x), objectiviteit (7 x), vertrouwelijkheid (7 x) en professioneel gedrag (2 x). Drie klachten vielen niet onder één van de beginselen te scharen.

Dat het in slechts 7 gevallen om een (vermeende) schending van het objectiviteitsbeginsel zou gaan, kan best juist zijn. Maar als je naar twaalf jaar tuchtrecht kijkt, krijg je de indruk dat – als accountants in de fout gaan – dat in de meerderheid van de gevallen is, omdat zij te veel partij hebben gekozen voor degene die hun factuur betaalt. Daardoor zijn zij niet scherp, niet professioneel-kritisch genoeg, hebben zij te weinig oog voor andere belangen dan die van hun cliënt, of geven zij de cliënt te gemakkelijk het voordeel van de twijfel.

In de 45 zaken dat de klacht gegrond was, werd zestien keer een waarschuwing opgelegd, veertien keer een berisping, negen keer een tijdelijke doorhaling (variërend van twee weken tot drie maanden), vijf keer een doorhaling (twee van anderhalf en drie van tien jaar). Eén keer legde de Accountantskamer zowel een boete als een doorhaling (van drie jaar) op.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven deed in 2020 vijftien keer uitspraak. In de meeste gevallen (9) is het hoger beroep ongegrond en blijft de beslissing van de Accountantskamer dus intact. In slechts twee gevallen was het College het niet eens met de kamer en in nog eens twee gevallen gedeeltelijk oneens. In de resterende twee gevallen was het beroep niet-ontvankelijk en werd het dus niet inhoudelijk behandeld.

De NBA diende veruit de meeste klachten in (73, waarvan 68 keer over PE). Verder viel de AFM op met drie klachten en het OM met (slechts) eentje.

Samenvattend: los van de PE-zaken velt de tuchtrechter jaarlijks over ongeveer 150 klachten een oordeel. Iets minder dan een derde van de klachten is gegrond (30 %). Negen van de tien uitspraken van de Accountantskamer zijn definitief, met dien verstande dat de klager noch de accountant in hoger beroep gaat.

Referenties

Almelo, Lex van, Openbaar aanklager?, Accountant magazine, nr. 6/2021.

Almelo, Lex van, Rode Vlaggen (zie ook ‘Externe links’)

Almelo, Lex van, Uitglijders (zie ook ‘Externe links’)

Blokdijk, Hans & Jan Achten, Tuchtrechtspraak voor accountants, IFO, Amersfoort 2011.

Herregodts, R. L., Gemeenschappelijke normen voor vertrouwensberoepen: Tuchtrechtelijke uitspraken over de tuchtnormen voor accountants, advocaten en artsen. [Groningen]: Rijksuniversiteit Groningen, 2019.
UECUEC
UECVormgeving van het beroepUEC
UKUK
USUS
VGBABeroepsfundamentenVGBA
VGCBeroepsfundamentenVGC
VIOAudit & AssuranceVIO
Vakgebied Internal Control & Accounting Information SystemInterne beheersingVakgebied Internal Control & Accounting Information System
Van DienGrondleggersVan Dien
Vereniging van Accountancy StudentenDe opleiding tot accountantVereniging van Accountancy StudentenDe VAS is er voor en door accountancystudenten. In de vorm van diverse commissies dragen veel actieve leden een bijdrage aan de naamsbekendheid en de ontwikkeling van de vereniging.

Hoe is de Vereniging Van Accountancy Studenten opgericht en waarom?

De Vereniging Van Accountancy Studenten is opgericht door Kees van Tilburg in 1971. Kees en zijn vrienden waren van mening dat de accountancy sector in dat tijdperk een “vastgeroeste en ingeslapen” wereld was. Zij begonnen met het schrijven van een discussiestuk, tien pagina’s waarin alle kritiek werd opgesomd over de opleiding en wat in de praktijk anders moest. Maar hoe verspreid je dit in de maatschappij? Geld voor postzegels was er niet. Daarom werd de Amsterdamse Vereniging van Accountancy Studenten “gekaapt” en daarmede de kas.

Wat is er in de tussentijd gebeurd?

In de periode tussen de oprichting en nu is er extreem veel gebeurd. De vereniging was vroeger een stuk groter in omvang dan op vandaag de dag. Sinds 2015 is de vereniging de officiële studievereniging van Nyenrode Business Universiteit en bestaat de vereniging uit meerdere commissies. Deze commissies zetten zich allemaal in voor het belang van alle accountancy studenten van Nyenrode door heel Nederland.

Wat hebben wij gedaan?

De vereniging organiseert ongeveer maandelijks VASSA’s. Maar wat zijn dit precies? Deze afkorting staat voor VAS Studenten Avonden. Dankzij deze bijeenkomsten komen studenten in contact met elkaar en met sprekers; blijven ze op de hoogte van recente ontwikkelingen en kunnen ze input leveren bij maatschappelijke discussies. Op deze manier probeert de VAS ook haar bijdrage te leveren aan de huidige ontwikkelingen van het accountantsberoep en in de maatschappij.

Wij ontvingen onder andere de Kwartiermakers, Tweede Kamerleden, Roger Dassen RA (CFO ASML), Hanzo van Beusekom (bestuurslid AFM), Antje Kuilboer-Noorman (docent beroepsfilosofie), Ron Dohmen (aanklager en FIOD-accountant), Jan Garvelink (advocaat) en Mike Broekhof (fraudespecialist) tijdens de VASSA's.

De vereniging heeft ook een informeel aspect waarbij accountants op een informele manier met elkaar in verbinding worden gebracht tijdens bijvoorbeeld citytrips en borrels.

Wat doen wij nu?

Wij gaan onverminderd door met het organiseren van de VASSA’s. De komende periode staan er weer veel verschillende VASSA’s op het programma over duurzaamheidsverslaggeving en de rol van de accountant in de controle hiervan. Natalie Knight (CFO Ahold Delhaize), Wim Bartels (sustainability auditor), Kavita Nandram (ESG-reporting manager) en Usha Ganga (themaregisseur duurzaamheid NBA) zullen komen spreken tijdens deze VASSA's. Daarnaast ontvangen wij nog Jeroen Smit (schrijver, spreker en onderzoeksjournalist) - hij zal spreken over de rol die wij als financials moeten oppakken richting een duurzamere maatschappij.

Waar gaan wij heen?

De vereniging blijft als doelstelling hebben om de belangen van alle accountancy studenten in Nederland te waarborgen. In de toekomst hebben wij nog enorm veel inspirerende en leerzame netwerk evenementen te organiseren. Tevens zouden wij ook graag evenementen willen organiseren waarbij wij bedrijfsbezoeken doen. Zoals een evenement naar de Nederlandse Bank of de Tweede Kamer.
Verplichte versus vrijwillige accountantscontroleOntstaansredenen en toegevoegde waardeVerplichte versus vrijwillige accountantscontroleVerplichte versus vrijwillige accountantscontrole

De verplichte controle ontstaat vanuit de wet omdat de onderneming twee op een volgende jaren voldoet aan de grootheidscriteria midden of groot bedrijf. De vrijwillige controle daarentegen ontstaat vaak uit een specifieke keuze van de organisatie. In hoofdlijnen zijn de beide controles hetzelfde van aard. Hierbij is een belangrijk verschil dat de vrijwillige accountantscontrole door elke accountant, AA en RA, uitgevoerd mag worden. De verplichte wettelijke controle daarentegen mag alleen uitgevoerd worden door een organisatie die in het bezit is van een WTA-vergunning.

Definitie verplichte en vrijwillige controle

De Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) geeft in artikel 1 de volgende definities voor wettelijke en verplichte controles:

Een wettelijke controle is een controle van een financiële verantwoording van een onderneming of instelling ten behoeve van het maatschappelijk verkeer, die verplicht is gesteld bij of krachtens de in de bijlage bij deze wet genoemde wettelijke bepalingen.

Een vrijwillige controle is een niet bij of krachtens de wet verplichte controle van financiële verantwoordingen van ondernemingen of instellingen die inhoudelijk overeenkomt met een wettelijke controle.

Waarom een vrijwillige controle?

Er zijn meerdere redenen waarom een organisatie een vrijwillige controle uit zou willen laten voeren. Dit kan o.a. zijn door:

  • Statutaire bepalingen;
  • Verplichting vanuit kapitaalverstrekkers, subsidieverstrekkers en/of aandeelhouders;
  • Voor financierende partijen denk hierbij aan banken; en
  • Verantwoording afleggen over bepaalde standen of stromen in de jaarrekening.

Werkzaamheden vrijwillige controle

Zoals te lezen in de definitie die de Wta geeft over de vrijwillige controle komt de vrijwillige controle inhoudelijk overeen met de wettelijke controle. Echter kan de samenstelling van de werkzaamheden (gegevensgericht of systeemgericht) anders liggen. Dit komt omdat een organisatie die een vrijwillige controle aanvraagt vaak een beperking heeft in de AO/IB van de organisatie.

De materialiteit bij een vrijwillige controle kan anders uitpakken dan bij een wettelijke controle. Dit heeft te maken met de kwaliteit van de interne beheersing en de stakeholders, lees belanghebbende, van de organisatie. Hierdoor kan het zijn dat er meer werkzaamheden uitgevoerd dienen te worden.

Regelgeving

In beginsel is bij een wettelijke controleplicht titel 9 burgerlijk wetboek 2 van toepassing als verslaggevingskader. In sommige gevallen mag IFRS toegepast worden via een combinatieregel. Bij een vrijwillige controle is geen verplichting tot een specifiek verslaggevingskader.
Volkomen controleAudit & AssuranceVolkomen controle
Volledige controleAudit & AssuranceVolledige controle
Welzijn studenten in corona tijdperkDe opleiding tot accountantWelzijn studenten in corona tijdperkMidden in corona tijd (maart 2021) is door de Vereniging van Accountancy Studenten (VAS) een enquête uitgezet over het welzijn van studenten. Dit naar aanleiding van recente nieuwsberichten over het welzijn van studenten in Nederland als gevolg van de corona maatregelen. De enquête is uitgezet over 2.626 accountancy studenten aan Nyenrode Business Universiteit. In dit artikel nemen we jullie mee in de belangrijkste resultaten van de enquête en laten we zien wat wij als vereniging hiermee hebben gedaan.

De resultaten

Ten eerste willen we jullie meenemen in de eerste acht vragen van de enquête. Deze vragen hadden betrekking op de burn-out-sleutel uit het Nationaal Salaris Onderzoek. De vragen konden worden ingedeeld in vier categorieën: lichamelijke vermoeidheid, fysieke kracht, cognitieve vermoeidheid en emotionele uitputting. Hieruit komt naar voren dat studenten zich vermoeid voelen, niet opgepept zijn en moeite hebben om zich te concentreren in corona-tijd. Wel zijn studenten in staat om zich te verplaatsen in de behoefte van collega’s of klanten. Concluderend wordt op 6 van de 8 aspecten van de burn-out-sleutel negatief gescoord.

Categorie Gestelde vraag Ja (%) Nee (%) Conclusie
Physical fatigue Ik voel mij vermoeid. 74% 26% Negatief
Physical fatigue Ik heb het gevoel dat mijn 'accu' helemaal leeg is. 41% 59% Positief
Physical strength Ik voel me opgepept. 16% 84% Negatief
Physical strength Ik voel dat ik fysiek sterk ben. 44% 56% Negatief
Cognitive weariness Mijn denkproces is langzaam. 51% 49% Negatief
Cognitive weariness Ik heb moeite om mij te concentreren. 74% 26% Negatief
Emotional exhaustion Ik ben prikkelbaar. 56% 44% Negatief
Emotional exhaustion Ik ben niet in staat om mij te verplaatsen in de behoefte van collega's of klanten. 13% 87% Positief

Wij hebben ook geanalyseerd of de woonsituatie van een student en de regelmaat hoe vaak een student thuiswerkt, invloed heeft op de beantwoording van deze vragen. Hieruit is naar voren gekomen dat studenten die alleen wonen, het meeste het gevoel hebben dat zij niet opgepept zijn. Daarentegen zijn studenten die samenwonen het meest prikkelbaar. En des te vaker een student op kantoor werkt of bij de klant, hoe beter hij/zij zich voelt.

Ten tweede is in de enquête de vraag gesteld of studenten meer behoefte hebben aan interactieve colleges. Over het algemeen is te zien dat er geen duidelijke voorkeur is voor meer interactieve colleges. De fase waarin een student zich bevindt in de studie heeft wel invloed op de uitkomst. Zo zien wij dat studenten die aan het begin staan van hun carrière en hun opleiding (propedeuse studenten) voornamelijk meer behoefte hebben aan interactieve colleges, bijvoorbeeld in de vorm van breakout-rooms. Master- en Post-Master-studenten hebben het minst behoefte aan meer interactieve colleges.

Ten derde waren wij benieuwd of er meer behoefte is aan studiebegeleiding. Dit blijkt voor de meesten van jullie niet het geval te zijn. 70% van de studenten geeft aan niet meer behoefte te hebben aan studiebegeleiding.

Wij hebben de overige opmerkingen die studenten aan het einde van de enquête konden invullen ook aandachtig bekeken. Wat hieruit voornamelijk naar voren komt is dat studenten zeggen “ik ben helemaal klaar met corona” of “ik mis toch wel de fysieke colleges”. Ook geven studenten aan dat beweging een belangrijk item is in het welzijn van een student.

Opvolging

Met de uitkomsten van de enquête hebben wij specifiek in kunnen spelen op wat studenten graag zouden willen of waar vraag naar is. Zo heeft de Vereniging van Accountancy studenten op woensdag 24 maart 2021 het Webinar ‘Ja-maar Omdenken’ georganiseerd. In dit Webinar is aandacht besteed aan hoe wij als mensen denken en dus kunnen omdenken. Het omdenken helpt je om van een probleem een oplossing te maken. Wij hopen dat de studenten die hieraan hebben deelgenomen veel lering uit dit Webinar hebben gehaald.
Wet op het accountantsberoepBelangrijke gebeurtenissenWet op het accountantsberoep
WindesheimDe opleiding tot accountantWindesheim
WirecardWirecard
WirecardVetes & schandalenWirecard
‘Auditing around and auditing through the computer’Automatisering‘Auditing around and auditing through the computer’
‘Overconfidence’Oordeelsvorming‘Overconfidence’